1 13/ d, Latijasche Scholen Het getal van Ouderwijzers bij deze Sobolea bestond ook in 1854 uit Een Hector,docter in de Letteren*Eaa Conrector doctor ia de letteren,Een Leeraar in de Wiskunde en nieuwe en Vaderlandsche geschiedenis,bezittende den lö Onderwijzers rang, het getal leerlingen bedroeg drie en twintig over de vijf klassen verdeeld,als volgt i 5 Klasse 5 leerlingen 4 e 5 mmr» 3® 0 00 0 7 0 0 0 0 2® 3 0000 i Wat betreft den Staat van het onderwijs,de Latijasche Scholen over treffen nog altijd in getal leerlingen alle de overige iarigtingea van dien aard,binnen dit gewest,dit aantal is echter gering,en men had mogen verwachten,dat door den voort durenden ijver der Onderwij zers om steeds nuttig te zijn voor de aan hunne» leiding toever trouwden van dezelve een meer frequent gebruik zoude zijn gemaakt, waartoe het geven van meerdere uitbreiding van het aan genoemde Scholen gegeven wordende onderwijs,hetzij door inrigting derzelve tot een Gymnasium,het zij door het toevoegen daaraan van eenen On derwijzer voor het Middelbaar Onderwijs weel zoude bijdragen, Wat het Gymnasiumjbetreft diene tot vervolg op het vermelde ia het vorig verslag,dat te aier zake benoemde Commissie,ter Uwer Verga dering van den 10 Mei 1854,haar rapport uitbragt,en hoe weasohe- lijk het ook moge beschouwd worden,dat aan de daarstelling van zoodanige inrigting spoedig koude worden gevolg gegeven,moet zulks aogthaas uit hoofde van een financieel oogpunt nog hangende blij ven. Int usschen zoude bet in het belaag der Scholen wensohelijk zijn dat bij wijze van proefneming inmiddels onderwijs in de moderne talen en wetenschappen kunnen gegeven worden,waartoe een door de Plaatselijke School-Commissie gedane voorstel ia behandeling is. De Latijasche Scholen hebben een gevoelig verlies geleden door het overlijden op den 20 febraary JL/ van den Voorzitter van het Kolle- gie van Curatoren,den Heer Mr,C.Pels-Eijokea,in wiens vervaaging alzoo behoort te worden voorzien. De Schoollokalen zijn redelijk,het rectorshuis bevindt zich ia oenen goeden staat. Ten aanzien van het materieel in de hulpmiddelen wordt verwezen naar vorige verslagea- e. Kunsten en Wetenschappen, de Teekeaschool is bij voortduring in eenen goeden staat,-tot het bijwèaea der lessen zoo in de handteeken-als bouwkunde,werd en ook weder toegelaten,Jongelingen uit de omliggende plaatsen,-het ge heel getal leerlingen bedroeg 191,namelijk 157 in de teekenkuuda en 34 in de bouwkunde,die bijna allen kosteloos onderrigt erlang den, Ten behoeve dier inrigting werd ook weder voor 1854 de gewone provinciale Subsidie ad, f. 480,= toegekend Haar aanleiding eeaer aanschrijving van den Heer Staatsraad Commis saris des Konings in deze Provincie van den 31 July 1854 A H 23 d is C,C#Kaaaeraaas die den Directeur van aehandteekenkunde in het geven van Onderwijs in de laagste klasse behulpzaam is,tijdig uit- J, genoodigd geworden tot het overleggen van het bewijs van bekwaam heid bedoeld bij art,3 van het Koninklijk besluit van 13 April 1817 Ho 22 tot heden is door hem daaraan niet voldaan, Omtrent de voor de Teekenschool aangeboden ontwerp Eegl©mentver- wij zen wij naar hoofdstuk II van dit varslag. Ia de alhier bestaande kuzijkvereenigingen kwam geeae hoegenaamds Veraad eriag» Het doel en de inrigting van het in 1849 opgerlgte Natuurkundig X 0 0 0 0 O 0 0 0 0

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1854 | | pagina 13