2 4/
In 1854 kwamen ar te Brede,behalve kleinere schuiten as de
beurt schap en, 420 schepen binnen, te zameii een en inhoud hebbende
vasi 16748 tonnen.
HOOFDSTUK XVI
Inrigtlagen,in verband staande,met de uitoefening voor handel en
andere bedrijven 1
aMaten en Gewichten. Da Verordeningen op den ijk der Maten en 1
gewichten werden met de meeste naauwkeurigheid nageleefd!
en de overtredingen op dat stuk,dia zeer zeldzaam waren,
ter vervolging aan de bevoegde autoriteit ingezonden, i|
bMiddelen van Vervoer te Water, Even als wij in bet vorig
verslag mededeelden,kunnen wij ook nu zeggen,dat in de
bestaands schuit endiensten geregeld wordt voorzien,ter
wijl daarin geene veranderingen hebben plaats gehad,
c/ Middelen van Vervoer t@ lande, —Ook de jtecksndlensten betrek=
kelijk de middelen van vervoer te Lande,werden in bet algemeei
naar behoorea waargenomen;immers daaromtrent kwamen bij ons
geen© klagten in.
Mochten wij bij het vorig verslag den wensoh uiten dat de
Nederlandsoh Belgischen Spoorweg spoedig moge worden in gebruik
gesteld voor hst publiek,thans kunnen wij tot vervolg daarop
vermelden,dat dien. Spoorweg op den 26 Ju&y 1854 plegtig werd ge-
opend,en «enige dagen later de dienst tot Etten voor het publiek
opeggefeteld,en hoewel de werkzaamheden aan den wag naar Breda
eerst door den Hoogen Waterstand en later door dm strengen win4
ter zijn moeten gestaakt worden,worden dia nogthaas sedert e®ni=
gen tijd met kracht voortgezet,zoodanig dat dien weg eerstdaags
zal kunnen zijn voltooid.
Tot het vervoer der reizigers onder anderen van Sttea naar Brsdai
werden bij resolution van den Heer Minister van Binnenlandsche
Zaken van den 7 en 8 July 1854 No 198 <s& Lett.ÏÏ. op de daartoe
gedane aanvragen,Conoes3i'êa verleend aan de Administratie der
noamlooze Maatschappij van dien Spoorweg en aan W.Hoogendijk
alhier respk voor een Omnibus-en een Wagendlenst.
Aan de eerstgem.dieast schijnt geen gevèg te zijn gegeven,doch
de laatste team in werking den 20 July*®* werd aan den Concessie
onaris bij latere resolutie van 29 Augustus daaraanvolgend©
No 135,vergund om in die dienst Omnibussen als bjfwageus te mogen
gebruiken;terwijl bij latere resolutie van 30 January 1855 No
136,werd toegestaan om zijnen wagen met twee in plaats van met
drie paarden te kunnen bespannen.
In de dienst der Diligences en vrachtkarren kwam overigens geene
andere verandering,dan dat de dagelijkschs Dieast tussehen
Breda, en Bergenopzoom van 6.J.Dann tan gevolge voorschreven
omnibus diensten werd gestaaktzoodra da Spoorwegdienst werd
geopend.
Daarentegen werd aan Adrianus Feas onder intrekkiag der Conces
sie vaadan bestaande Wagendienst tusschen Oudeabosch ©a Breda,
bij resolutie van dan 16 November 1854 No 148,vsrguft&iag ver
leend tot het aanleggen van een dagelijteche Wagendlenst,met
uitzondering van dan Zondag,tusschen Brada en Oosterhouthaen en
terug,in verband iaat de Spoorwegdienst van Breda op Hozandaal,
Eindelijk werden naar vaanleiding xm dorresolutie van 21 April
1854 No 138,in de uren van vertrek uit deze Stad van den wagen
van Van G-end en Loos naar Utrecht wijziging aangebragt.