17.
De "bezwaren aie voor sommigen derzeive in het afgeloopen
jaar» tot het doen van opgaven hestonden» werden naar aan
leiding van de door de hoogere Autoriteiten gegeven© "be
schouwingen geheel opgeheven zoodat ook deze besturen aan
hunne verpligtingen voldeden.
Die der tweede soort van Instellingen van Weldadigheid zijn:
a. Instellingen van Weldadigheid en Inrigtingen onder het
bereik vallende der wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad 1.100)
op den 31 December 1855 binnen de Gemeente aanwezig.
Gemeentelijke, bedoeld bij lett.a van art,2,
a. Huiszittende Armen 1
b. Godshuizen 1
o. Instellingen tot werkverschaffing 1 3
Kerkelijke, bedoeld bij lett.b van art,2
d. Huiszittende Armen 4
e. Genootschappen die aan schamele
armen onderstand verleenen 1
f. Godshuizen 3
g. Gast- of Ziekenhuizen 1 9
van bijzondere personen of vereenigiagen, bedoeld bij
lettC, van art.2,
h, Ooramissien of vereenigingen die
gedurende den winter, uitdelingen
doen van levensmiddelen en
Brandstoffen 1
1, Godshuizen 2
k. Gast-of Ziekenhuizen 1
1, Instellingen tot werkverschaffing 1 5
te Zamsn 17,
Gedurende 1855 vielen in deze Instellingen de volgende ver
anderingen voor:
le. de afdeeling van den H.Viacentiu3 van Paulo (lett.c.) werd
gebragt onder de Instellingen van lett.b van art.2.
2e. de Sub.Commissie tot ondersteuning van behoeftig© kraam
vrouwen viel weg, als zijnde het Hoofdbestuur te *s Bosoh
gevestigd.
3e. daarentegen werden opgerigt:
o. Ben oude vrouwenhuis
a. Werkhuis.
b. Ben bestedelinghuis,
B. Instellingen van gem&ngden aard, bedoeld bij lett.d. van
art.2 bestaan in de gemeente niet.
Inrigtingen tot voorkoming van armoede die niet in de
termen vallen der Armenwet.
a. Ben Bank van Lesning, zijnde eene Instelling der Gemeente.
b. Twee Zieken- en begrafenisbussen,
o. Een Spaarbank,
Het leenfonds zonder interest werd in den loop van het jaar
ontbonden, bij mangel aan genoemzame ondersteuning en deel
neming, zijnde te zamen 4 van deze tweede soort van Inrig
tingen.