24* Ddeelhebbers bedroegen: der eerstgem.bus 51, ondersteund werden er 7 laatste 186 143 te Zamen 237 150 Spaarbank. Het getal deelnemers bedroeg 250, dus 30 meer dan het valge jaar. het bedrag der gedane inlagen is geweest f. 7216,99 1/2, en der terugbetaalde gelden f. 6580,77. Op 31 Deoember 1855 had die bank tegoed eene somme van f. 33.085,49 l/2# terwijl zij op dat tijdstip schuldig was f. 27.827,58 1/2; het reservefonds bedroeg f. 5.257,91. De Armen-Sehoien, hoewel niet behoorende tot de eigenlijke Instellingen van Weldadigheid, staan nogthans als Inrigtin- gen van onderwijs, ten behoeve der kinderen van Armen, in verband tot het Armwezen. Wij hebben daarom geoordeeld ook van die scholen een overzigt aan te bieden. Omtrent het getal der scholen en der kinderen die kostloos onderwijs hebben genoten kunnen wij verwijzen naar het var- melde bij Hoofdstuk IX hiervoor. Wij bepalen ons enkel tot de vermelding hoedanig in de kosten dier scholen, voor zooverre dit ons is bekend geworden, is voorzien, namelijk: door de Óemeente voor de openbare Armensohool: Jaarwedde van den onderwijzer f. 650.— toelage aan vier kweekelingen - 200» brandstoffen - 75,— Sohoolbehoeften 238r— f. 1163,— door de Hervormde Diaconie ten behoeve der School van de Gemeentebezoldiging van den onderwijzer f.600,— toelage van eenen ondermeester alsmede vuur, lioht en sohoolbehoeften- 400.-f.1000.— Israëlitische Armensohool 's Rijks Subsidie tot bezoldiging van den onderwijzer f.132.— Subsidie van het Armbestuur - 50,— particuliere ins oh rij vingen - 50.-f. 232.— te Zamen f.2395.— De uitgaven der R, K. en Hervormde Bewaarscholen worden bestreden door de respe. Xerkgezindten. Van de werkschool maakten wij melding bij Hoofdstuk IX ons daaraan gedragende voegen wij slechts hierbij dat de eenige inkomsten dier school bestaan in de opbrengst eenwr jaarlijk3 te houden Loterij van Liefdadig bijeengebragt wordende voorwerpen, ten bedrage van f» 1200.— waaruit oaderanderen de g&eedschappen worden aangekocht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1855 | | pagina 24