32 De voors. diensten werden in het algemeen naar bebooren waargenomen, en had de keuring der rijtuigen op gezette tijden plaats» d. Broodzitting. Sen ter ïïwer vergadering in den loop van 1855 ingediend voorstel ter weder invoering der Brood zitting gaf tf" aan leiding eene commissie te benoaien om te onderzoeken in hoeverre er termen zouden kunnen bestaan om daaraan gevolg te geven. Die oommissie oordeelde dat de zitting als maximum van koopprijs in strijd was met de wet, gaf tevens ia overweging om door het daarstellen eener verordening, zooveel mogelijk tegemoet te komen aan de bestaande bezwaren wegens de ongenoegzaamheid van het gewigt de duurte en de slechte hoedanigheid van het brood; omtrent welk laatste vervolgingen werden ingesteld, dooh waarvan de uitslag nog hangende is. ÏÏwe vergadering vereenigde zich hiermede en dientengevolge kwam op le Januarij 1856, tijdstip der afschaffing van de belasting op het Gemaal ia werking eene verordening op den verkoop van brood en Meel.- Sedert is de prijs van het brood wel verminderd, doch niet in die mate als men in evenredig heid van het bedrag van den Bijks-accijns en der plaatselijke Belasting had mogen verwachten; deze vermindering had volgens onze berekening moeten bedragen voor elk roggebrood van 3 led.ponden 3 1/11 cent en voorfthet tarwebrood van 75 lood fijn of op een Hed.pond grof 3 oent, doch beneden welk bedrag het ons is toegeschenen Sat die vermindering is gebleven. Sedert zijn de prijzen der granen in het algemeen aanmerkelijk gedaald, en is dus aan deze omstandigheid, de mindere prijs van het brood meer toeteschrijvan; terwijl door de eenstemmigheid der bakkers door eene vereeniging van welke de zitting plaats heeft, deze het dus in handen hebben om den prijs van het brood eigendunkelijk te bepalen, zoodat het publiek al bij de bedoelde afschaffiAg weinig wordt gebaat. Daarentegen is de hoedanigheid van het brood veel ver beterd, ofsohoon de oorzaak niet zoo zeer moet worden ge zocht in het vervallen der belasting op het Gemaal maar wel hoofdzakelijk in de eerste plaats tengevbge ae oprig- ting alhier in de maand December 1855 eener Broodbakkerij op groote schaal, en ten anderen door de invoering der voors®, Verordening, waarbij met opzigt tot de kwaliteit afdoende Strafbepalingen zijn vastgesteld.Zoodat moge vroeger bij herhaling met grond zijn geklaagd over de slechte hoe danigheid van het brood, zulk® thans door dit een en ander niet meer schijnt plaats te hebben, Aldus vastgeteld door Burgemeester en Wethouders der Gemeente Breda, den 19 April 1856 en aangeboden aan den Gemeente Baad in Zijne vergadering van den 23 dier maand. (Geteekend) J. Mastboom DeSecretaris. (Geteekend) L.D.G. Teijchiné, Voor eensluidend Afschrift. De Secretaris voornoemd. w.g. Teijohiné.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1855 | | pagina 32