17.
De inrigtingen tot voorkoming van armoede, zijn de
volgende:
a. De Stads Bank van Leening.
b. de zieken- en begrafenis bussen
o. de Spaarbank.
Huiszittende Armen.
(Burgerlijk Armbestuur).
Uitgaven.
Onderhoud van Gebouwen, lasten en kosten
van beheer f. 990,31 1/2
Onderstand in geld - 12.883,36 1/2
w in geldswaarde - 5.732,74
Belegging van gelden 9.443.50
te zamen f. 29.049,92
Ontvangsten.
Inkomsten van bezittingen van allerlei
aard f. 6.504,90 1/4
Legaten en Schenkingen - 4.276,89
Collecten en giften - 4.098,17
Subsidie van de Gemeente - 10.000,—
Afgekochte Hoggerent en aflossing eener
hypothecaire Inschrijving - 3.002,82
Goedslot van het vorig jaar - 2.611,71
Verschillende Ontvangsten -341.96 1/2
te zamen f. 30.836,45 3/4
de meerdere Ontvangsten in vergelijk van het voorgaande
jaar zijn ontstaan uit:
le. aene gift van een onbekende ad. f. 3.000.—
fie. wegens een bij testament in 1344 aan
de Armen vermaakt legaat door den
Heer Versluijs,waarvan de uitbetaling
eerst in 1856 heeft kunnen plaatshebben - 4.27 6,89
3e. Aflossing eener hypothecaire Inschrij
ving - 2.000,—
4e, gift van W.F. Craanen -200
dus f. 9.476,89
de Uitgaven zijn zooveel meerder, door den aankoop van
Inschri jvingen tot voors11, bedrag.
Op de gewone stads-subsidie is in het afgeloopen jaar
slechts over f. 10.000,— behoeven beschikt te worden, zoodat
in weerwil der toenemende armoede een som van f, 1.000,—
is kunnen bespaard worden.
het getal der bedeelden is in 1856 geweest:
die gedurende het geheele jaar onafgebroken
zijn bedeeld geweest 1.625
die slechts tijdelijk bedeeld 525
2.150
Godshuizen.
(Oud Mannen Gasthuis)