25 b. Huis van Bewaring» vereenlgd met bet buis van Arrest. In bet Huis van bewaring waren bij afwisseling aanwezig 269 Mannen en 75 Trouwen in het geheel 344»personen, waarvan 2 van bet mannelijk geslacht zijn overleden. Op den 31 December bestond de bevolking uit 1 man en 1 vrouw. In het personeel der Eegenten bad ten gevolge bet overlijden van den Heer Mr. C.J.F. van den Heuvel eene vacature plaats; in dat der beambten belast met bet opzigt over de gevangenen hadden onderscheidene veranderingen plaats ten gevolge het bij herhaling benoemen en weder ontslaan van gevangenbewaarders. Het onderhoud der Gevangenen werd door den vorigen Aannemer voor 34 1/2 cent per dag voor eiken verpleegden gevangene aangenomen en gaf tot geene klagten aanleiding. Aan gemiddeld 20 gevangen per dag, werd arbeid verschaft, hetzij door het spinnen van vlassengarens, hetzij door brei en naaiwerk. niettegenstaande de pokziekfce bij herhaling is uitgebroken was echter de gezondheidstoestand over het algemeen zeer bevredigend. Het gedrag der gevangenen was voldoende, evenwel zijn er 9 disciplinair^ moeten gestraft worden. Het onderhoud van het gebouw geschiedt bij Openbare aanbesteding van 1sBijkswege. D© kosten van het mobilair voor en de verpleging van de gevangenen hebben voor deze gemeente bedragen f» 74,66 1/2, en de toelage aan den Cipier voor de bewaking f. 26,73, Hoofdstuk XII. Landbouw. De Landbouw is, zooals wij reeds bij vroegere verslagen hebben medegedeeld van weinig omvang &n deze gemeente; de waarde der Landerijen in koop en in huur deelde in de bij voortduring algemeen waargenomen rijzing. In het afgeloopen jaar is vanwege de alhier gevestigde Maatschappij van Landbouw binnen deze gemeente geane ten toonstelling gehouden. Zij traohtte óp versohillende wijzen bevordelijk te zijn, aan de belangen van den Landbouw en de Veeteelt. De 3!uinbouw is hier niet anders dan liefhebberij, tenzij men hieronder begrijpt het bedrijf van Warmoesier, 'twelk ook hier als middel van bestaan gedreven wordt, echter groot endeels op den kouden grond. In de laatst afgeloopen jaren is in dat bedrijf vooruit gang te bespeuren. Van schadalijke dieren of misgewassen kwam niets ter onzer kennis; ook de aotrdappelen ziekte schijnt thans geweken. Van geene ziekte onder het rundvee werd in deze Gemeente iets vernomen. Op het einde van het jaar 1856 waren la deze Gemeente aanwezig;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1856 | | pagina 25