15.
Hoofdstuk VIII.
Kerkelijke Zaken.
Het getal der bestaande kerkgemeenten is onveranderd gebleven.
G-eene bijzonderheden of wijzigingen in vroegere toestanden,
omtrent dit onderwerp, hebben wij mede te deelen.
Hoofdstuk IX.
Ondlrwijs, Kunsten en ":etenahappen.
a.Scholen voor Lager Onderwijs.
Bij de inwerkingtreding der wet op het Lager Onderwijs van
den 13 Augustus 1857 (Staatsblad N.103) op le.Januarij 1858,
werd met dat tijdstip ontbonden, de toon bestaande Plaatselijke
School-Commissie; en ter Uwer vergadering van den 20 Januarij 1858
tot Leden der bij de art. 52,53 en 54 dier wet bedoelde School
commissie bonoemd de Heeren: Dr.J. HensDr.A.A. van Heusden*
Mr. A.. Karstens t Mr. J. Mast boom. Pr.L.F.ÏÏ.van Cooth, Mr. C.E. van
der Hoeven en Mr. C.A.van ])am, welke commissie zioh op den 13 fe
bruari j daaraanvolgende constitueerde en tot haren Secretaris den
Heer Pr.A.A. van Beusdea; terwijl ten einde aan sommige bepalingen
der wet uitvoering te geven, Uwe vflgadföfcng besloot alvorens het
gevoelen derzelve commissie in te winnen ten aanzien;
a. het voor deze gemeente te bepalen getal scholen. Zoo openbare
als bijzondere.
b. de toe te kennen jaarwedden aan de onderwijzers dm de openbare
scholen.
o, de regeling der schoolgelden.
d. Het daarstellen van verordeningen op de invordering dier
schoolgelden en op de zamengteliing dier commissie.
U e. de noodzakelijkheid/^het aanstellen alsnog bij de Lathijnsche
s scholen van een onderwijzer voor het modern onderwijs, en
f, de bestaande inrigting van den Heer Tilleraan voor het Middel
baar Onderwijs.
Paar hot onderwijs binnen deze gemeente veel te wensohen over
laat, en groote behoefte aan verbetering heeft, mag men van d3n
ijver der Sohool-Gommissie verwachten, dat in de bestaande ge
breken op eens voldoende wijze zal wordm voorzien, en het onderwijs
door hare medewerking, tevens op grond der bepalingen van de
nieuwe sohool-wet, op eene deugdelijke wijze zal worden gevestigd.
Intusschen hebben wij vermeend, in afwachting emer nadere
regeling van het schoolwezen, U het volgende overzigt omtrent den
staat van het Lager Onderwijs over 1857, te kunnen aanbieden;