16.
Aard der Scholen
Bijzondere dar
Open
Totaal
bare
le. klasse
2e.klasse
Getal scholen
1
2
Aantal Leerlingen op den
15 Januarij 1857
Jongens
275
158
302
735
Meisjes
232
86
288
606
te zamen
507
244
590
1341
Aantal kinderen op den
15 Julij 1857
Jongens
275
148
329
752
Meisjes
232
86
321
639
507
234
650
1391
Getal Onderwijzers.
verdeeld naar hunnen rang.
1e» Rang
2e»
2
6
8
3e»
1
2
3
4e,
geen
te zamen
1
2
8
11
Getal ondermeesters,
verdeeld naar hunnen rang.
Ie» Rang
2 e»
3
2
5
3e»
2
1
4
7
4e»
3
3
geen H
4
1
4
9
7
7
21
35
Getal Kweekelingen
4
-
5
Onderwij zeressen
5
5
Secondanten
8
8
Geheel getal van het
ordBrwijzend personeel
11
7
35
53
Onder de voors0» opgave is niet begrepen de inrigting voor
Middelbaar onderwijs van den Heer J.w. Till eraan, hebbende
slechts den 3e. rang; dit Instituut onderscheidt zich boven
de andere bestaande scholen door het grondig onderwijs dat
met btoulp van twee ondermeesters van den 2e» en een van den
3e» rang gegeven wordt aan Jongelingen uit den beschaafden
stand, die zich tot hooger studiën voorbereiden.
De inrigting bepaalt zich alleen tot het opnemen van kost
leerlingen, die gemiddeld 52 hebben bedragen» het getal
jongensscholen blee^- hetzelfde; doch in het onderwijzend
personeel ontstond de volgende verandering: in de bijzondere
school der le» klasse van het Departement Breda der Maatschap
pij tot Hut van 't algemeen werd ten gevolge het overlijden
-
-
t»
BW»
-
-
-
mm
-
-
-
-
-
mm
-
-
-
KM»
mm
-
-
mm
mm
-
-
