IB.
Het aal te bezien staan, in Hoeverre in verband met de nieuwe
wet op Lager Onderwijs, aan de voorgenomen uitbreiding van Het
modern onderwijs al dan niet zal kunnen worden gevolg gegeven.
euna ten en /etenscliappen
In dë eerste plaats noemen wij:
de Teekensehool, waaraan 16B leerlingen meest allen gratis onder
wezen werden in de handteeken- en bouwkunde; in den loop van
het jaar werd een nieuw Reglement vastgesteld, waarbij onder an
deren, het onderwijs voor een ieder om niet, werd toegangkelijk
gesteld; de verzameling van teekenlngen is weder met een aantal
nieuw vermeerderd.
De Muzijk- en Zangvereeniglngen blijven steeds beantwoorden
aan het beoogde doel.
Het natuurkundig Genootschap bleef in den zelfden toestand;
het was zamengesteld uit 100 Leden als:
5 eenleden
75 gewone leden
19 buitengewone leden en
1 geadmitteerd Lid.
De vergaderingen over de eigenlijke natuurkunde, de Schei
kunde en de natuurlijke geschiedenis, werden gedurende de ?/inter-
maanden, geregeld om de 14 dagen gehouden.
Omtrent de Maatschappij van Handel- en nijverheid valt niets
bijzondere op te merken.
Hoofdstuk l
Armwezen.
Ten aanzien van het Armwezen in het algemeen, vermeenen wij
weder te moeten opmerken: dat de voortdurende werking der ver
schillende inrigtingen van Liefdadigheid binnen deze Gemeente,
zonder met elkander over de wijze en den aard der bedeeling
en den toestand der bedeelden zelve, in eenlg overleg te
treden; en de mindere medewerking der Ingezetenen om de bede
larij te weren, als oorzaken kunnen aangevoerd worden, dat het
Armwezen steeds in denzelfden toestand blijft, en daarin geen
noemenswaardigen vooruitgang is te bespeuren; want toch de
liefdegiften van zoo vele verschillende zijden verstrekt,
werken zeer ongelijkmatig en bevoorregten den eenen behoeftigen
boven den anderen, naar mate bij hem zich mindere of meerdere
schaamte doet gevoelen; hierdoor -wordt bij de groote meerder
heid der bedeelden de lust tot werken verminderd, de luiheid
aangekweekt en de bedelarij bevorderd, ten gevolge van welk
een en ander het getal bedeelden niet afneemt; hoewel dit
getal in 1857 niet aanmerkelijk is vermiat^ierd, blijft het toch
eene waarheid, dat even gelijk dit in het vorig jaar het geval
was, dit ook nu wederom, hoewel slechts met eenige huisgezinnen,
heeft plaats gehad; terwijl ook dit jaar weder als een gevolg
hiervan, de uitgaven voor bedeelden en verpleegden voor rekening
van elders (^en wederkeerig) gedaan, zijn vennlö-flerd; het is
ongetwijfeld dat dit verschil moet worden gezocht in het onder
stands domicilie (de Geboorteplaats); de vierjarige inwoning
vroeger toch maakte het vestigen van het onderstands-domicilie
moeijelijker, bovendien leert de ondervinding dat de bedeeling
voor rekening der Geboorte-plaats gedaan, minder schaamte wekt,
het schijnt dat die bedeeling meer als eene bijdrage der Ge
boorteplaats, dan eene Armen-bedeeding op de plaats der inwoning,
wordt beschouwd.
De middelen tot leniging en veriaindering der armoede, zijnde
vaste inkomsten van het Burgerlijk Armbestuur, behalve dat tot
verligting veel wordt bijgedragen door andere instellingen van