16. Mr. C.B. van der Hoeven W. Yerlegh A.H. Hippens Mr.B.J.van Kierlo, Secretaris. Aan sommige klassen, en wel in de eerste plaats die van Het Ornament werd eenige uitbreiding gegeven. Het geheel getal Leerlingen "bedroeg 148, waarvan 126 in de hsn&teekenxkunde en 22 in de Bouwkunde. dit getal is eenigzins minder dan in Het vorige jaar, omdat vele jongelieden zijn gezonden naar de openbare herhalingschool om zieH verder te bekwamen in lezen,schrijven en rekenen. Be in den afgeloopen cursus over het algemeen gemaakte vorde ringen onder de kweekeiingen getuigen van den grooten vooruitgang in vergelijk van vroeger jaren, vooral met betrekking tot de toepassing op ambachten en nijverheid» ae Muzijk- en 2angvereenigingen gingen vooruit. het natuurkundig genootschap bleef aan het doel beantwoorden; het telde 99 Leden, als: 6 3ere-leden 63 gewone leden 24 buitengewone leden 2 geadmitteerde leden. Be vergaderingen over de eigenlijke Batuur kun dede Scheikunde en de natuurlijke geschiedenis, hadden weder gedurende de winter maanden geregeld om de 14 dagen plaats. Omtrent de Faatschappij van Handel- en Bijverheid zijn ons geene bijzonderheden ter kennis gekomen. Yerder verdient nog vermelding: Be Bederijkers-kamer Calliope, onder de zinspreuk Yriendschap en kunstzin, welke in den loop van het jaar werd opgerigt; het getal werkende leden bedraagt 20; dat der niet werkende Leden 12 en der honoraire 1. 2ij hield in den afgeloopen winter hare gewone verga deringen op bepaalde dagen; terwijl er drie buitengewone vergade ringen plaats hadden waarop de toegang, bij introductie of in- teekening geschiede; de laatste voorstelling werd gegeven ten voordeele der Armen, en was druk bezocht. Hoofdstuk X. ""itrmwe'zeü. Het Armwezen binnen deze Gemeente kan niet gezegd worden in eenen gunstigen toestand te rerkeeren. Het is waafc, in vergelijking van het vorig jaar kan de be hoefte niet merkelijk grooter genoemd worden; dit echter verdient wederopmerking, dat sedert het"invoeren der wet van 28 Junij 1354 (St*'s.bld. Ho.100) het getal bedeelden en verpleegden in zieken huizen voor rekening van elders en wederkeerig gedaan, en zeer zeker de uitgaven te dezer zake met ruim een derde zijn vermeer derd, vermoedelijk toeschrijven, zooals reeds in vorige jaren is opgegeven, aan het domicilie van onderstand, dat vroeger door vierjarige inwoning werd verkregen, en dit nu de geboorte-plaats is geworden. "De middelen tot leeniging en vermindering der armoede, zijn de vaste inkomsten van het Burgerlijk Armbestuur tot f. 10.500,— waaronder echter f. 700,— van de dienst van 1857, is behoeven beschikt te worden, zoodat in weerwil der toenemende armoede over 1858 f. 1.200,zijn kunnen bespaard worden. Aan kinderen van alle behoeftigen wordt kosteloos onderwijs gegeven. Het ipascimum van den onderstand, bedoeld bij artl. £5 der Armen-wet, is in het afgeloopen jaar niet overschreden. Be Stads-Apotheek heeft wederom goede uitkomsten opgeleverd; de uitgaven hebben slechts beloopen f. 1.268,11 van dat bedrag kan worden afgetrokken f. 754,05 aan geleverde geneesmiddelen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1858 | | pagina 16