26. AAx3T"3êr~~ A an tiT'wc r Elle den" Fabrijken tel Volwassenen kinderen Stoom- ITaune- 7rouwe"'Jon-* Mei8- tuigen lijk lijk gens jes 1535i¥-,™,Xinn en en pelXenfabryke» 3 13 15 - ïampenf abri jicen 5 21 7 - Haa rkammenf a- brijken 1 5 - 2 - Choeolade-peper- munt en Jujubes- fabrijken 1 16 6 7 10 Blaauwverweri jen '7 8 - 2 - Steenhouwer!jen 2 22 11 - Fabrijken van machinale confec tie voor onaer- kleeaeren 2 7 25 4 165 fabrijken van ge breide goederen enz. 6 S 880 - SCO Ijzergieterijen 1 8 - 2 - ïïas-en Vetkaarsen fabrijken 6 12 4 Kagchelfabr ijken 7 50 15 - Brandkas tenfabr ij ken 1 6 - 2 - Linnenbleekerijen 2 15 50 3 - Stedelijk Gaz-fa briek 1 4 2 - Be werkloonen waren verschillend naar den aard der fabrijken, en ondergingen geene noemenswaardige verandering. Be toestand der fabrijken, welke sedert het voorgaande jaar aan merkelijk zijn toegenomen, was over het algemeen weder gunstig. Be industrie dezer gemeente voorziet niet alleen in het vebruik van andere gemeenten, maar zelfs naar de overzeesehe gewesten, worden de voortbrengselen van Ambaehts- en fabrijksnijverheid verzonden. Certificaten van oorsprong voor goederen ter verzen ding bestemd naar Hederlands-Indie, zijn in 1858 door ons afge geven ten getale van 44, en wel 5 aan Zadel-en rijtuigmakers, 4 aan meubelmakers, 1 aan een winkelier in manufacturer., 3 aan een hoedenfabrijkant, 15 aan een pianoraaker, 9 aan passementwerkers, 1 aan een smid, 2 aan een fabrijkant van geconfectioneerde goe deren, 2 aan Instrumentmakers, 1 aan een geweermaker, 1 aan een Spiegelmaker. Hoofdstuk XV. Handel en Scheepvaart Binnen deze gemeente worden bij voortduring gehouden: le. Wekelijks twee mai&en, bestaande enkel uit voortbrengselen van. landbouw, voornamelijk granen, boter en hout. 2e. Jaarlijks tweemaal paarden- en beestenmarkt, doch welke niettegenstaande alle aangewende pogingen onbeduidend zijn; de aanvoer bedroeg ter nauwernood 100 stuks vee; terwijl de aanvoer van linnen bijna geheel heeft opgehouden; de handelaren in paarden en voe, begeven zich veelal ten platten lande naar de otallen, ten einde aldaar hunne inkoopen te doen. 3e. Tweemaal in het jaar kermis of jaarmarkt van manufacturen, kramerijen enz. welke altijd eenen min of meer gunstigen invloed op den handel uitoefenen. Be toestand der week- en jaarmarkten daarentegen kan niet gunstig genoemd worden, hoofdzakelijk daaraan toeteschrijven,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1858 | | pagina 26