4. Mr» J. Mastboom J.J.L. ïngenhousz Dr. J. Hens G.l. van Kens A. loonen Can. aftredende in 1863» b. Burgemee ster en Wethouders "In heTlSTïegie' van dsSSTTjkse Bestuur had dit Jaar geene ver andering plaats, als moetin&e de beid® Wethouders, namelijk de Heer Mr.J.ff, de Boij eerst in 1860 en de Heer J.C.van Mierlo HSza. in 1863 aftreden» e» Kamert van ICoouhandel en ffabrijken. 15e lijst der "Hezers* vcor 'TèdenTaÊi de Hamer van koophandel en Fabrijken, werd den 21e October 1858 opgemaakt en den 28 dier maand gesloten; Zij bevatte 202 kiezers, hiervan namen deel aan de verkiesing welke den 24e November 1858 plaats had ter vervulling der plaatsen van drie Leden, die met het einde des Jaars als zoo danig aan de beurt van aftreding waren» zijnde de Heeren A.J»Souwens, MrP.A. Faes en J.A» van Aken, alsmede ter vervanging van den Heer H. van der Steenstraten, die was vertrokken en tot 1060 zitting had. Slechts 60 kiezers; de drie eerstgenoeraden werden herkozen en voor de buitengewone vacature, werd bij herstemming met 32 van. de 43 geldige stemmen gekozen, den Heer J. Heijnders, d. Gemeente Ambtenaren en be dienden» "ïn het pérs aneeT der Ambtenaren "van de plaats el ij k§ Belastingen, had door overlijden, op pensleanstelling van een ontvanger en be vordering in verband met de vroeger aangenomen organisatie, eenige verandering plaats. Gaven deze ambtenaren over het algemeen reden tot tevredenheid, voor zooveel betreft hunne pligts betrachting in het achtervolgen der overtredingen, wij sagen ons echter veipligt ten gevolge het onlangs gebeurde bij gelegenheid der overname van den "Rijks- Ontvanger van eene partij vroeger aangehaald gedisteleerd, waarbij de Landelijke Administratie betrokken was, eenige hunner wegens hunne handelingen ernstig te onderhouden. Van de overige Ambtenaren, wier betrekkingen met ijver werden waargenomen, overleden den 24 April 1858 den Directeur der Bank van eening den Heer P.J.J. Miohlelsen; hij werd opgevolgd door zijne 'Lede., die in hare functie naar genos gen werkzaam is» Plaatselijke Verordeningen. "De Verordeningen, welke in den loop van* TsoT? door uwe vergadering werden vastgesteld, waren de volgende: le, den 20 februarij op de invordering eener plaatselijke Belasting op de honden» 2e. den 21 April en 7 Aug. op de invordering van oenen hoofdelijken omslag 3e. den 7 Augs. Op het handhaven der verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd. 4e. den 11e Deoemb, Voor de logementhouders» 5e» idem Op de Haven» grachten en verdere vaarwateren, 6e, den le Sept. Op de invordering eener plaatselijke Belasting op voorwerpen van verbruik, 7e» idem Idem op het Gedisteleerd en de likeuren, terwijl door de vaste Commissie uit den Baad, naar aanleiding van artl. 77 der Gemeentewat, werd onderzocht, aan welke van de bepa lingen der plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, voortdurende kracht is toetekeimen, en van wier bevinding ter üwer vergadering van den 11 December 1858 verslag werd gedaan. ('>4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1858 | | pagina 4