1.
Terslag van den toestand der Gemeente Breda, over 1859 door
Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van art. 18E
der Gemeen te-Wet, aan den Baad dier Gemeente ge d aai.
Hoofdstuk I
kevoïicing.
Loop der bevolking gedurende het afgeloopen jaar.
De wettige bevolking op le Januarij 1359 bestond uit:
Mannen Trouwen Totaal
6.381 7.743 14.624
In 1859 zijn buiten de levenloos aangegeven©,
alhier geboren Jon- Meis- Co
gens jes taal
217 265 482
en hebben zich in de gemeente
gevestigd 322 427 74-9
te zamen 539 692 1.231
Gedurende 1859 zijn van de
wettige bevolking overleden: 226 232 458
en zijn uit de gemeente
ve r trokke n 320 358 678
te zamen 546 590 1.136
zoodat de wettige bevolking in 1859 is ver
meerderd met - 10E 95
en verminderd met 7
de wettige bevolking bedroeg alzoo op
31 December 1859 6.874 7.845 14.719
Mannen Trouwen Totaal
©p dien aatum waren in de Gemeente aanwezig:
personen welke niet tot de wettige bevol-
king behoorden, als 1.395 357 1.752
terwijl uit dezelve afwezig waren een aantal
personen, die een deel van de wettige bevol
king uitmaakten, namelijk 569 237 806
dus meer aanwezig 826 120 946
Deze laatste cijfers gevoegd bij de Wettige bevolking, blijkt
daaruit dat de feitelijke bevolking dezer gemeente op den 31 Decem
ber I859, was zamëngesteTd als volgt:
7.700 Mannen
7.965 Trouwen
Alzoo te zamen 15.665 zielen.
Onder dit getal zijn begrepen:
872 krijgslieden, behoorende tot de landmagt
56 gevangenen, waaronder 15 vrouwen;
terwijl onder de wettige bevolking op den 31 December 1859, buiten
de verlofgangers 'der ïlafionale Militie, behoorden;