31.
De toestand der voorsn. inrlgtingen was, over liet algemeen, als
gunstig te "beschouwen.
Voor voortbrengselen van Ambachts-en fabrieksnijverheid, ter
verzending naar de overzeesche gewesten en Gost-In&ië, werden in
1859 door ons 47 Certificaten van Oorsprong afgegeven, namelijk:
6 aan een hoedenfabriekant
3
tt
Ins trumentmakers
8
P as semen twe rke rs
13
een Pianomaker
2
kleedermakers
3
een fabrijkant van geconfectioneerde kleedingstukken
1
borduurwerker
1
een apiegelmsker
4
zadel- en rijtuigmakers
2
meubelmakers
2
een koperslager
1
bontwerker
1
geweermaker
In
den
loop van 1859 werden aan den konhgnverzoeken gedaan tot
bekoming van een Octrooi namelijk door L.S. de leeuw op de uit
vinding om de Oost-Indische Piaeara of zoogenaamde 'lass aantewenden
tot het vervaardigen van allerlei soort van Borstelwerk; door
A.l. Asbaoher op de uitvinding om den vezel van kokosnoten te ver
werken tot matrasvulling en aantewenden tot de vervaardiging van
allerlei borstelwerk; en door J.A. van der Laat C.S. op de invoering
hier te lande van een fabrikaat van uit wilde kastanjes vervaardigde
stijfsel; doch al welke aanvragen bij verschillende beschikkingen
van den Minister van Binnenlandsche Zaken werden afgewezen, en wel
op grond dat voor de twee eerstgemelde reeds in België ten octrooi
was afgegeven, dat no|j niet ten einde was; en dat het laatst voor-
gedragéne, niet meer nieuw maar algemeen bekend was.
Hoofdstuk kV.
Handel en Scheepvaart*
1. Binnen- en Buitenlanasohen Hendel.
a« Binnenlandschen handel.
De weleer' aanzienlTjkeh binnenlandschen handel in landbouwpro
ducten, heeft zich al meer en meer naar de omliggende gemeenten,
zooals Leur en Oosterhout verplaatst; men kan dit voornamelijk toe
schrijven aan twee oorzaken:
le. de in deze gemeente bestaande boterbelasting; de handel in boter
begon zich voor eenige jaren geleden aanzienlijk uittebreiden, doordat
de boter alhier meerendeels voor handelaren te Rotterdam werd opge
kocht, om die vervolgens naar de Sngelsche markt te voeren; doch
met de uitbreiding van dien handel, ondervonden de Landlieden over
het algemeen, zeer afkeerig van formaliteiten, al meer en meer het
lastige, het onaangename dier belasting en begonnen zich naar
omliggende plaatsen te begeven, waar zij vrijelijk hunnenwaren
konden ter markt brengen, aan geene formaliteiten onderworpen en
daarenboven de kosten van vervoer minder waren, zoodat deze handel
zich allengskens verplaatst heeft; niet tegenstaande alle aangewende
pogingen van sommige handelaren om hen naar deze gemeente te lokken,
door het doen van meerdere aanbiedingen, door de plaatsing hunner
artikelen zooveel mogelijk te vergemakkelijken, hebben deze midde
len niet kunnen baten om den eenmaal kwijnenden handel te releveren.
2e. de in dezen omtrek, vooral even buiten deze gemeente bestaande
menigvuldige barrières; deze toch verhoogen aanzienlijk de kosten
van vervoer, vooral sints, in strijd met de daarop bestaande wette
lijke bepalingen, en niettegenstaande herhaalde vertoogen daartegen
ingediend, tolgelden geheven worden, onmiddellijk aan de Antwerp-
sche- en Bossche poorten, waardoor onze gemeente zwaarder belast
wordt dan eenige andere in ïïederland.
n
n
tt
tr
tt
tt
tt
tt
tt
tt
tt