5. I welke alzoo waren herkozen; terwijl daarna de meeste stemmen op zich hadden vereenigd, de Heeren Gul jé 150 en llr.C.A» Flooren 145 stemmen, uit welk tweetal "bij herstemming een lid moest gekozen worden. Die herstemming heeft op den 3 Augustus 1859 plaatsgehad, daaraan hebben deelgenomen 422 kiezers en erlangde de lieer H,R»H» Gul jé de meeste stemmen, namelijk 265, en die dus ter vervanging van aen Heer Storm werd gekozen. De Gemeenteraad is aldus volgender wijze samengesteld: J.A.van der Burgh B.J.van de Goorbergh G. van Alphen Mr.H.de Man Ezn. Mr.G.E. van der Hoeven Mr. J. Mastboom JJLIngenhousz Dr. J. Hens G.L. van Mens JUloonen Czn. Mr.J.k.C.J. de Hoij J.G.van Mierlo HSzn. H.J.A.Herstens A.H. Happens H.H.H. Guljé Aftredende in 1861 Aftredende in 1863 Aftredende in 1865 b. Burgemeester en Wethouders. Behalve de herbenoeming bij 3«M. besluit van den 5 October 1859 H.52, van den Heer Mr. J. Mastboom, tot Burgemeester dezer gemeente, had er in het kollegie van dagelijks Bestuur geene verandering plaats. c. lamer van Koophandel en Fabrieken. laar aanleiding van het koninklijk Besluit van 11 Augs.1859 (Staatsblad Ho.80) tot wijziging van dat van 9 Hovember 1851 (Staatsblad Io.l4£) en waarbij onder anderen is bepaald, dat de verkiezing der aftredende leden van de Earner van koophandel en fabrijken om de twee jaren, zal plaats hebben, had er in 1859 geene stemming plaats; zijnde door het lot beslist dat de grootste helft der leden van de alhier gevestigde kamer in 1860 zal aftreden. In het personeel dier Kamer ontstond slechts de volgende veran dering: tengevolge het door den Heer Mr.D.Mulder, die tot andere function was geroepen, ingediend ontslag, werd in zijne plaats tot Secretaris benoemd den Heer Mr. R.J. van Mierlo» d. Gemeente Ambtenaren en bedienden. Verkeerde handelingen, welke zich sommige Ambtenaren der plaatse lijke Belastingen veroorloofden, deed U in het belang van de dienst besluiten en als algemeenen maatregel aannemen, om deze en ook andere in het vervolg aantestellen ambtenaren, aan eene jaarlijksche benoeming met het einde van ieder jaar te onderoerpen, en dezen maatregel al dadelijk toetepassen op eerstgemelden- behalve het tusschentijds verleend ontslag op het daartoe gedaan verzoek, had dit besluit ten gevolge, dat bij de herbenoeming in December j.l. drie CommiesÈesBÉsKen niet werden ingekozen, en daarentegen vijf nieuwe werden aangesteld. Dezen maatregel schijnt nu reeds gunstig te werken althans hebben wij van deze Ambtenaren over het volbren gen hunner pligtsbetrachting en het surveilleren op den sluikhandel redenen tot tevredenheid. In het personeel der overige Ambtenaren, die allen hunne functien met ijver waarnamen, hebben ten gevolge overlijden enz. van meer ondergeschikten, eenige veranderingen plaatsgehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1859 | | pagina 5