9. De airecte belasting (Hoofdeli3ken Omslag) ofschoon eerst het tweede jaar der «invoering, gaf in 1859 geene redenen tot ontevredenheid bij de ingezetenen; slechts vier bezwaarschriften werden ingediend tegen den aanslag, van welken er aan twee door vermindering werdt gevolg gegeven; terwijl de twee overigen werden afgewezen; van deze laatste kwam er een bij Gedeputeerde Staten in beroep, waarop afwijzend werd beschikt. ïloch in den grondslag, noch in den maatstaf der andere middelen, werdt verandering gebragt, en daaromtrent valt niets bijzonders op te merken. Sen gev/igtig besluit werd ter Uwer vergadering van den 15 Oc tober 1853, met opzigt tot de gemeente financiën genomen; het goldt niet minder dan de Conversie der Stads gevestigde Schuld; waartoe aan de houders van Schuldbrieven ten laste dezer gemeente, tegen intrekking der oude schuldbrieven, zullen worden uitgegeven schuldbekentenissen aan Toonder of op naam, naar keuze met bladen coupons; door dezen maatregel Wordt ae Schuld beter geregeld en zal bovendien ên voor de gemeente ên voor de schuldeischers gemakkelijker zijn; terwijl daardoor de gemeente in zekerheid xvordt gesteld tegenover die schuldeischers, die uit krachte hunner oude schuldbrieven hunne kapitalen zouden willen opzeggen (gelijk dit reeds is geschied) en daardoor het Bestuur bemoeije ll jken. Verder zal door de conversie, de courante waarde der schuld rijzen, Eene gelijke regeling der losrentbn, welke tegen 5 per cent tot kapitaal gebragt f, 41,885,35 bedragen, ware mede wenschelijk; het onderzoek daarnaar werdt door aan eene Commissie opgedragen, wier rapport wordt ingewacht. Hoofdstuk V. Gemeente eigendommen, ".'/erken en Inrigtingen. a. Gemeen te-giïïoüweiT. Van de StaHsgelTouwen, welke, naar mate het noodzakelijk is, behoorlijk worden onderhouden, bevindt zich alleen het bovenge deelte van den achterbouw boven de Vleeschha! èn een gedeelte van het onderdak boven den voorbouw in geen goeden staat, waarvan de voorziening is moeten achterwege gelaten worden, in afwachting dat het bovengedeelte van dit gebouw, evenals het benedengedeelte van hetzelve, dat thans door de Vleesehhouwers is ontruimd, mede door het Gilde van St.Joris zoude verlaten, en ter beschikking van het gemeente-bestuur gesteld worden, om daaraan eene andere bestemming te geven. Tengevolge de gedane opzegging aan dat Gilde ter ontruiming werd door hetzelve, uithoofde van het langdurig.bezit, daartegen geprotesteerd, en is daarop door» eene Commissi© benoemd om het regt, wegens het gebruik van dat locaal, te onderzoeken; de uit slag van dit onderzoek wordt alsnog tegemoet gezienf, de aanbesteding, van het verbouwen en inrigten tot twee open bare scholen, met Onderwij2ers-woningen, alsmede het benoodigde ameublement, van het gebouw der voormalige Fransche .School, had den5 September 1859 plaats; dit werk werd in onderscheidene per- ceelen aangenomen te zamen voor f, 13.075, De Stads Kazemgebouwen, verkeeren in eenen voldoenden staat; DeHjks Hooge barakken daarentegen, zijn zeer bouwvallig, waaraan dan ook niet dan het hoog noodige wordt verrigt. Tengevolge het inrigten van het gebouw der voormalige Fransche School" tot openbare scholen, moest voor het verplaatsen van het zich daarin bevindende Magazijn en de School der Artillerie naar andere localiteiten worden omgezien; het magazijn werdt overge- bragt naar den zoogenaamden Pelmolen, en de school naar het oude gedeelte der Klooster kazerne, voormalige woning van'den Proost,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1859 | | pagina 9