1
Verslag van den toestand der Gei© er.te Breda, over
I860 door Burgen©ester en Wethouders, naar aanleiding va-
artl. 182 der gene ente-wetaan den Raad dier Geraeate ge
daan.
Hoofdstuk I.
Bevolking.
Loop der bevolking gedurende het afgeloopen .jaar.
De wettige bevolking naar de algeraeene volkstelling van 1849bedroeg
op le Januarij i860: Mannen. Vrouwen. Totaal^
6874 7%5 il,. ,719
In i860 zijn buiten de levenloos aangegevenen,
alhier geboren; jong.meisg.Totaal.
213 209 h2.2
hebben zich in de ge
meente gevestigd: 291 312 603
te zaraen 5oU- 521 1025-
gedurende i860 zijn van de Wettige bevolking
overleden: 137 155 292
>n zijn uit de gemeente
vertrokken: 260 322 582
tezame nJ5 91 kil &lh
Zoodat de wettige bevolking in i860 is
vermeerderd met 107 ^4 151
De wettige bevolking bestond alzoo op 31 Deer.i860,
uit: 6981 7889 lli,870
t =g;.z=s^-a^i^rgrr-T--r^Tg-rT-:-r.. itbttt
Op dat tijdstip \raren in de gemeente aanwezig;
personen welke niet tot de wettige bevolking
^behoorden, als;
krijgslieden, behoorende tot de landmagt
waaronder zijn begrepen de gadets der
C.M.Akadamie 1482 388
Gevangenen51 15
Van de l\21 geboorten, wasten 381 wettige waarvan 192 jongens en 189 meis
jes; het getal der onwettige geboorten was 40 waarvan 20 jongens en 20
meisjes.
Als levenloos gehoren zijn aangegeven 17 Kinderen, waaronder 12 wettige
en 5 onechte en wel 11 van heb mannelijk - en 6 van het vrouwelijk ge
slacht.
Onder de levend geboren en de als levenloos aangegevenen, besronden zich
6 tweeling geboorten, allen wettige.
/van waarvan/het mannelijk geslacht 6 wettige van het vrouwelijk geslacht 6
wettige.
i