1
31.
in den loop van heb jaar werden nieuw opgerigt;
eene Imoopenfabriek
eene grutterij
eene damast- linnen en pellen fabriek,
eene kagchelfabriek
twee meubelmakerijen.
eene spiegel- en lijstenmakerij i
eene leerlooijerij
eene goud- en zilversmederij
daarentegen vervielen;
twee haardoekfabrieken.
De werkloonen waren verschillend naar den aard der fabrijken eh
ondergingen weinig verandering.
De toestand der voors11* inrigtingen, was over het algemeen als
gunstig te beschouwen.
Ter verzending naar de overzeesche Gewesten en Oost-Indie, werden
door ons in i860, 65 certificaten van oorsprong voor voortbrengselen
van Ambachts- en fabrijks nijverheid afgegeven, namelijk;
6 aan een Koeden fabrijkant
18
n
passementwerkers
i
2
tt
een
eorsettenmaker
2
tt
if
Lithograaf
2
tt
n
Zadel- en rijtuigmaker
6
n
it
Ins trumentmaker
13
n
a
Pianomaker
3
tt
Borduurwerker
I
3
ti
it
Koperslagers
1
tt
een
Geweermaker
3
M
Schoenmakers
f
1
n
een
Meubelmaker
3
it
Kleedermakers
l
tt
een
Lampenfabriekant
1
it
w
Cigarenfabriekant
Hoofdstuk XIV.
Handel en Scheepvaart.
t
f
il
I. Binnen- en Buitenlandschen handel.
De grootste tak van Binnenlandsche handel, namelijk die in Land- 1
bouwproducten, welke in vorige jaren zeer aanzienlijk was, daar de
meeste landbouwers uit den omtrek dezer gemeente, zich hier ter markt
begaven, is zeer verminderd, ja kan tegenwoordig onbeduidend genoemd
worden.
Voorzeker is hettreurig het verslag over den Binnenlanlsehen
Handel te moeten aanvangen met het berigt, dat eene groote bron van
Welvaart voor onze gemeente heeft opgehouden te bestaan, en zal het 1
voorzeker onbegrijpelijk voorkomen hoe dien vroeger/hier bestaande
Handel In weinige jaren zoodanig verminderd Is, dat hij thans niets
beduidend wordt genoemd.
De oorzaken die tot dat verval hebben aanleiding gegeven ver-
meenen wij zóoals wij zulks herhaaldelijk hebben gedaan, te moeten
aanwijzen;
I' li