53. zijn; - ook de uitvoer van pluimgedierte naar Belgis,heeft in den laatsten tijd zeer toegenomen. C. Toestand der Markten. De toestand der Markten welke tweemaal «s weeks gehouden word n is zeer ongunstig, om reden, meerendeels hiervoor opgesomd; zij be staan uit landbouwproducten, als; botergranen, hout enz. De aanvoer van boter is echter in den laatsten tijd zeer toege nomen; dit artikel wordt meerendeels te voet ter markt gebragt; maar,, zoo men van die hoogst drukkende belasting der tollen bevrijd werd, zoulmen die ook meer met karren zien aanvoeren, en zoude de Kleinhai dei 1 hierin voorzeker in uitgebreidheid toenemen. Op de tweemaal 's jaars gehouden wordende paarden- en beesten markten, is de aanvoer van paarden en runderen geheel en al opgehoudei alleenlijk is de handel in varkens en biggen, blijven voortduren; - de tweemaal gehouden wordende Kermis of jaarmarkt werkt altijd min of i meer gunstig;vele plattelands bewoners bezoeken alsdan deze gewentel! hetwelk eenig vertier oplevert. II. scheepvaart. Reeds hiervoor bij par.a hebben wij aangetoond, dat de Scheep vaart dikwerf des zomers gestremd is, ten gevolge van den Lagen ?/ater stand; wanneer wij daarbij voegen de Zware drijf- sluis- en bruggel den, welke op de rivier geheven worden, dan zullen wij niet verder naar de reden van den kwijnenden toestand onzer scheepvaart behoeven te zoeken; de provinciale Staten van dit gewest hebben vroeger gelden toegestaan, ten einde opnemingen te doen naar de middelen te zoeken tot verbetering der scheepvaart alhier, eene Commissie zelfsuit die Staten is laartoe benoemd geworden; doch de werking dezer Cómmissie schijnt geheel en al opgehouden te zijn, althans het laatste jaar heeft men daarvan niets gehoord, zoodat ook van dezen kant weinig- hoop op verbetering bestaat. Mogt een plan van eene Belgische Associatie immer verwezenlijkt worden, namelijk om bij het daarstellen Kanaal van Antwerpen op Turn hout een embranchement te maken op de rivier de MaM: bij MeerleZoo zij slechts de zekerheid had dat dit Kanaal op Nederlandschen bodem tot Breda zoude doorgetrokken worden, dan zoude dit veel tot wel- vaart dezer gemeente en omstreken kunnen bijbrengen. Het getal schepen,hetwelk gedurende het afgeloopen jaar in- en uit gevaren is, bedraagt 8q6, met eenen tonnen inhoud van 35>399. Stoomsleepdlensten en bultenlandsche scheepvaart worden alhier niet uitgeoefend. Hoofdstuk XVI. Inrigtingen in verband staande tot de uitoefening van handel en andere bedrijven. a. Maten en Gewigten. De daaromtrent bestaande verordeningen worden naar behooren op gevolgd; de jaarlijksche Ijk en herijk leeft geregeld en algemeen plaats gehad; het is ons niet bekend, dat te dier zake overtredingen zijn behoeven geconstateerd te worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1860 | | pagina 33