terwijl de kosten van Invordering, bewaking en toezigt, hebben bedragen:f. oQ7«95s Sedert de invoering met le Januarij i860 eener verminderde plaatse lijk© Belasting (zeo bij Opcenten als bij lnvoer)op het GedlstelleM en de Likeuren, is de vroeger gedreven Sluikhandel aanmerkelijk afge nomen, zoodat wij met genoegen kunnen vermelden, dat van dit kwaad behoudens slechts zeer weinige en geringe aanhalingen geene hoegenaam- de sporen meer aijn te ontdekken, ten bewi jeedaarvan strekke, dat de Opbrengst, welke voor i860 was geraamd op f.15.000.=, in dat jaar is geweest f. 16,371.22! Door de invoering eener geiieenschappelijke plaatselijk Belasting op het gedisteleerd, in bijna al de Gemeenten dezer provincie, waar van de heffing te beginnen met le februarij 1861, is toegestaan bij Ko ninklijk besluit van 11 Januarij 1861 No $2 en waarmede de Landelijke Ambtenaren zijn belast, mag men vertrouwen, dat de opbrengst nog meer zal worden bevestigd, zoowel uit hoofde van het dubbel toezigt, dat daarop kan worden gehouden, als dewijl daardoor alle neiging tot Slui- kerij geheel en al is benomen. Wat de Directe Belasting (Hoofdei!jken Omslag) betreftdaarom - trent valt niets bijzonders op te merken, tegen dezelve werden slechts zeven bezwaarschriften ingediend,van welke er aan drie door verminde ring werd gevolg gegeven; van de vier overige, wier allen aanslag werd gehandhaafd kwamen er drie bij Gedeputeerde staten in beroep die r© de werden afgewezen. De vele misbruiken waartoe de bestaande verordening op de invorde ring eener plaatselijke Belasting op de Bieren, met opzigt tot de re stitution die aan de Brouwers op grond dier verordening moesten toegeis kend worden, deed (iwe Vergadering in overweging nemen of deze belas ting niet zoude kunnen afgeschaft en door eene andere vervangen worden Na rijp beraad en het bezwaar om daarvoor eene andere belasting in de plaats te stellen of eene andere te verhoogen, deed IJ op den 7eMaart i860 tot het besluit komen om die belasting te behouden, met bepaling, dat die op het brouwsel zelve en niet meer op den inhoud der voerkuip zou worden geheven op hetzelfde bedrag van ij.0 cent per vat, en eene verordening vast te stellen waardoor aan de brouwers alle gelegenheid wordt ontnomen voor alle verdere misbruiken; en ofschoon deze tegen de invoering, zoo\'3el bij den Raad als bij deHoogere Autoriteit hunne bezwaren inbragten, werd zij bij Koninklijk Besluit van den 15 Junij i860 N065 goedgekeurd en op den le jaiij daaraanvolgende in werking gebragt Het spreekt van zelve dat men omtrent hare werking nog geene bepaalde bijzonderheden kan melden, doch dit is zeker dat die belasting, in vergelijk van den vroegeren aanslag gunstiger resultaten zal opleverer. De belasting op de brandstoffen die tot ülto junlj i860 was toege staan, werd naar aanleiding van voorm.besluiten op nieuw ingevoerd, met eenige wijziging voor zooveel het brandhout betreft, terwijl de algemeene verordening op de invordering der plaatselijke Belastingen pp voorwerpen van verbruik bij Koninklijk besluit van 8 Oct.i860 N.lj.3» eenlgzins werd gewijzigd. De opbrengst der belastingen op voorwerpen van verbruik is over hete algemeen voldoendegeweestals hebbende die van d* meeste de raming overtroffen, hetwelk door de volgende Cijfers wordt aangetoond:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1860 | | pagina 5