14. In het vorig verslag deelden wij de benoeming mede van de Hoofd- j onderwijzers aan de twee openbare Burgerscholen, zoodat in het begin 1 van het jaar l86l op grond der voornoemde verordeningen, er van over- 1 heidswege lager onderwijs werd gegeven aan vier scholen, te weten: Eene eerste Burgerschool n tweede Armenschool n Herhalingschool. Allen met uitzondering van de laatste toegankelijk voor kinderen van beiderlei kunne; de herhalingschool wordt alleen door Jongelingen en mannen bezocht. 11 Uit heb verslag der plaatselijke schoolcommissie ontleenen wij de volgende inlichtingen* 1 Het aantal scholen in de gemeente bedroeg in januarij l86l; v 2 Openbare en 18 bijzondere 20 schqlen. S In het voorgaande jaar werd ook melding gemaakt van eene Rijks school in heb Huis van Arrest alhier, doch daar bij Circulaire van dei Heer Minister van Justitie van 19 Maart 1861 I4© Af deeling i\i106 is be.: paalddat het onderwijs in de gevangenissen door zijn bijzonderen aard buiten het bereik valt der wet op het Lager onderwijs, zoo zal 1 in het vervolg hiervan niëb meer worden gesproken. Van de scholen op het einde des jaars l86l bestaande, zijn er; 6 voor gewoon lager onderwijs 11 waaronder 7 jonge jufvrouwen scholen voor gewoon engineer uitge breid lager onderwijs. 2 voor gewoon en meer' uitgebreid en ook voor verder voortgezet on derwijs, volgens art.72 der wet. I Middelbare school, volgens genoemd artikel. Het gp middeld aantal leerlingen, die de scholen bezochten, bedroeg Op de openbar: 655 650 bijzondere 992 832 te zamen 1647 14&2 Hiervan ontvangen er kosteloos onderwijs in Januarij 891, in Julij 5 3. 1; dit groot verschil is hoofdzakelijk daaraan toe te schxQ 1 ven le dat aan de openbare herhalingschool, die in Januarij gemid deld 17 3 leerlingen telde, in de zomermaanden geen onderwijs wordt gegeven en 2e dat verschelde^ e leerlingen wier ouders in staat geacht worden een gering schoolgeld te kunnen betalen, van de openbare Armen school zijn verwijderd geworden, en, althans grootendeelsin de tweede openbare school opgenomen. Men telde alzoo in Januari j nagenoeg één leerling op de 9; in julij één op de 10 inwoners, van de wettelijke bevolking op le Janu ari j 1861- deze verhouding ongunstiger dan die van i860, is ook in het algemeen ongunstig te noemen. Wij deelden reeds in het vorig jaar asde, dat dit, naar ons oor deel, toe te schrijven was aan het niet ter school verschijnen van V€ le kinderen uit de lagere volksklasse, alsmede daaraan, dat vele ou- /doen S 52* den gegoeden stand hunne kinderen om hun eene beschaafdé /öoen opvoeding te/erlangen, naar kostscholen buiten de stad zenden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1861 | | pagina 14