21. Latijnsche Scholen. Geene verandering had plaats in het personeel van curatoren noch in dat der Leeraren. Op den 31 December 1861 naren er slechts vier leerlingen aanwe zig. De merkbare achteruitgang dezer weleer bloeijende inrigting, deed uwe vergadering in overweging nemen of het niet wenschelijk ware gevolg te geven, aan het vroeger plan tot daarsteüing van een Gijm- nasium of tewel diè scholen op te heffen, in alle gevallen kwam het noodzakelijk voor in den tegenwoordigen toestand te voorzien: - de stukken werden daartoe gesteld in handen eener commissie, ten einde het voorn.plan voor een opterlgten Gijmnasium in overeenstemming met den tegenwoordigen tijd te herzien. Sedert is door de Hooge Regering de toezegging gedaan tot indiening eener wet op heb Middelbaar onder-, wijs en daar zoodanige vast te stellen bepalingen van invloed moeten zijn op de Latijnsche Scholen, heeft men vermeend deze zaak, in af wachting daarvan, te moeten aanhouden. 9. Kunsten en Wetenschappen. Waaronder wij rangschikken in de eerste plaats 1. het Stads Teeken Instituut. Eet verslag nopens den staat van het onderwijs in de Hand- en Bouwteekenkunde over l86l bevat alle zoodanige inlichtingen, waaruit van den voortdurende bloei dezer inrlgting, vooral met toepassing op .2ia nijverheid en Ambachten op/het dubbele zijn vermeerderd; vermoedelijk - toe te schrijven zoo als reeds in vroegere jaren werd opgegeven aan het Domicilie van onderstand, dat vroeger door vierjarige inwoning werd verkregen en nu de geboorteplaats is geworden. De Middelen tot leeniging en vermindering der armoede zijn de ge wone en vaste inkomsten van het Burgerlijk Armbestuur en de Subsidie der gemeente ad.f.lQ.00Q.= Door het ophouden oi vervallen der Gemeente-inrigting tot het ver schaffen van werk, welks niet aan het voorgestelde doel heeft beant woord, zijn voor het tegenwoordige geene bepaalde middelen te voor zien, die tot verbetering van den staat van het Armwezen kunnen lei den. Eet maximum van den onderstand, bedoeld bij artl.25 der Armenwet werd in het afgeloopen jaar niet overschreden als ordende «oor zoo veel het Burgelljk Armbestuur betreft door hetzelve bij het uitrei ken van onderstand van dat maximum niet afgeweken en heeft de onder steuning zooveel mogelijk plaats in eetwaren,brandstoffen, kleeding en liggingstukken earning; terwijl het verstrekken van onderstand aan Armen ten laste van andere gemeenten, krachtens ai&.^l der wet niet anders geschiedt dan wanneer met het oog op artl. 21, de omstan digheden zoo dringend zijn, dat daartoe uit het oogpunt van politie ook dan zou moeten worden besloten, wanneer die ondersteuning niet te- ten laste van derden, maar voor eigen rekening moest plaats hebben. Aan kinderen van alle behsftingen zonder onderscheid werd kos teloos onderwijs gegeven. Aangaande de stads-Apotheek lean worden medegedeeld, dat dezelve dit dienstjaar wederom blijken oplevert eener goede uitkomst; - al thans uit de rekening blijkt, dat de uitgaven voor de Apotheek Blëöh: slechts hebben beloopen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1861 | | pagina 21