1 35. In den loop van het jaar werd de magtiging verleend tot hetjbprigten eoner fabriek van Stoom en andere werktuigen met ijzer- en metaal- gieterij op groote schaal, welke den le Januarij jl. in werkiög kwam* De werkloonen waren verschillend naar den aard der fabrieken en ondergingen weinig verandering. De toestand der voornoemde InMgtingen was over het algemeen gunstig te noemen. Ter terzending naar de overzeesche Gewesten en Oost-indlewer den door ons in iSol afgegeven 38 Certificaten van Oorsprong voor voortbrengselen van Ambachts- en fabrieksnijverheid te weten: 3 aan een hoeden fabriekant 7 passementwerkers 2 een Lithograaf 5 Zadel- en Rijtuigmaker 4. instrumentmaker 6 n n pianomaker 4 H B Borduurwerker 2 Koperslager 3 Schoenmaker 1 fabriekant van Jujubes en pepermunt. Bij Koninklijk besluit van den 6 December l86l N 65, werd aan P.X.de Rotte te Brussel, doch binnen deze gemeente domicielium ge- kazen hebbende, voor den tijd van 15 jaren, een octrooi verleend op de invoering van verbeteringen in muziek instrumenten met pistons, bestaande in een nieuw soort van piston genaamd Juaellewelk oc trooi nog moet worden geligt. Hofifdstuk XV. Handel en Scheepvaart, le. Binnen- en Buitenlandsche Handel, a. Binnenlandschen handel. In het afgeloopen jaar was weinig verandering in den toestand van den Binnenlandschen handel te bespeuren.- De In vorige jaren opgegeven oorzaken, die zoo zeer tot den kwijnen1 den toestand bij bragten, hebben nog geenzins opgehouden.- Ofschoon wij de hoop voeden dat eindelijk de Hooge Begsring eerlang aan de gegronde bezwaren, betreffende het bestaan van do zoo menigvuldige' barrières in dien omtrek, in strijd met de daarop aanwezige veror deningen zal te gemoet komen; voorgelicht en uit hare dwaling ge- bragt door de Commissie "/an de 2e Kamer der Staten Generaal, bij wien thans deze zaak aanhangig is, de Handel- en handbouwproducten welke zich thans me er en de els ten gevolge van die belemmeringen naar de omliggende plaatsen, zooals Leur en Oosterhout, verplaatst heeft, zal het voorzeker moeijelijk zijn op te beuren, zoo dat wij nog vele jaren de nadeelige gevolgen dier belemmeringen zullen moe ten ondervinden. Het noodzakelijk gevolg van de verplaatsing dier markten is ook den kwijnenden toestand van den Kleinhandel, daar de landlieden, die tweemaal »s weeks, zich ter markt begaven, alhier zich me erend deels van hunne dagelijksche benoodigdheden kwamen voorzien, het geen thans door het. minder bezoeken dezer gemeente bijna geheel en al heeft opgehouden.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1861 | | pagina 33