u 22. 10e.de Gijmnastie- en Zwemscholen bestaan alldétvoor militairen,Van deze laatste wordt echter ook door burgers gebruik gemaakt. Scholen voor Zeevaart- Landbouw- nijverheid- en handel bestaan hier niet. 11e.Onvermeld mogen wij niet laten de koninklijke militaire akademie, waarop ruim 300 Khdetten zijn geplaatst, en welke inrigting een der1 I voornaamste bronnen van bestaan voor deze gemeente uitmaakti j 1 12e.daarenboven zijn er aanwezig: Vereenigingen van buksen, alsmede van handbogen. Het gilde van St.Joris werd op het einde van 1862 ontbonden (zie !fi hoofdstuk V a). Hoofdstuk I. l Armwezen. t De toestand van het armwezen binnen deze geaeerfce,kan niet gunstig 'j genoemd worden, maar blijft, wat het getal behoeftigen betreft eer der toe - dan afnemend. In vergelijking van het vorig jaar kan de behoefte weder wel niet aanmerkelijk grootar genoemd worden, doch het verdient steeds opmer- king, dat sedert het invoeren der wet van den 28 JUnij 1354 (staats- i" bl. Ho 100) het getal bedeelden en verpleegden in ziekenhuizen, voor rekening van elders en wederkerig gedaan, bij voortduring blijft toe nemen, en zeer zeker, zoo de uitgaven te dier zake, als de werkzaam- t heden hieraan verbonden, meer dan hef dubbele zijn vermeerderd, het welk, hetwelk vermoedelijk is toe te schrijven, zoo als in vroegere jaren bij herhaling werd opgegeven, aan het domicilie van onderstand, dat vroeger door vierjarige inwoning werd verkregen, en nu de geboor- te plaats is geworden. De middelen tot leeniging en vermindering der armoede, zijn de ge wone en vaste inkomsten en de subsidie der geaeente ad.f.10,000.-. Door het ophouden en vervallen der gemeente - inrigting tot het i V verschaffen van werk, die niet aan het voorgestelde doel heeft beafc- woord, zijn er voor het tegenwoordige geene bepaalde middelen te voor zien, die tot verbetering van den staat van het armwezen kunnen leider. Het maximum van den onderstand, bedoeld bij art.25 der armen-wet, werd in het afgeloopen jaar niet overschreden, als wordende voor zoo- ij veel het burgerlijk armbestuur betreft, dooi? hetzelve bij het uitrei- v ken van onderstand, van dat maximum niet afgeweken, en heeft de onder steuning, zoo veel mogelijk plaats in eetwaren, brandstoffen, kleedini en liggingstukken en woning, terwijl het verstrekken van onderstand aan armen, ten laste van andere gemeenten, krachtens art.4l der wet, ,i niet anders geschiedt, "ïïarT wanneer met het oog op art. 21 de omstandj digheden zoo dringend zijn, dat men daartoe, uit het oogpunt van poli- tie, ook dan zou moeten besluiten, wanneer die ondersteuning niet ter laste van derden, maar voor eigen rekening moest plaats hebben. Aan kinderen van alle behoeftigen zonder onderscheid, wordt koste-, loos onderwijs gegeven. ,j Aangaande de stads apotheek kan worden mede gedeeld, dat zij dit dienstjaar wederom blijken heeft opgeleverd eener goede uitkomst, - immers uit dele rekening blijkt, dat de uitgaven voor de apotheek slechts hebbenbeloopen een som van f.1f. 11447*35

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1862 | | pagina 22