li 32. Hoofdstuk XIV. Ambachts- en fabrieksnijverheid. n f I1 li In den loop van heb jaar zijn in den toestand der bestaande fa brieken, zoo als die in het vorig verslag zijn vem^d, alleen die veranderingen ontstaan: dat de fabriek in kerksieraden is vervallen; dat is opgerigt eene fa, briek van stoom- en andére werktuigen, met ijzer- en raetaalgieterij in hetwelk gedurende 1861, 45 tot éo werklieden zijn werkzaam ge weest, waarvan het loon per dag heeft bedragen 6o cent tot f.2.- De stoommachine, van gemelde fabriek is van 8 paarden kracht, op at- mospheer^drukking, met eene ketel van gelijke kracht. Die fabrieken, welke katoenen grondstoffen verbruiken zijn over het 4 aigemeen kwijnende, en gaan zeer gebukt onder den geringen aanvoer van katoen. Ter verzending naar de Overzeesche gewesten en Oost-indien, wer den door ons in 1862 uitgereikt 58 certificaten van oorsprong voor voortbrengselen van ambachts- en f abrijksnljverheld, te weten: 5 aan een hoedenfabrijkant. 17 Mfi passementwerkers. 1 aan een boekverkooper. 1 aan een lithograaf 5 aan zadel- en rijtuigmakers. 5 aan een instrumentmaker. 5 aan een pianomaker. 2 aan een borduurwerker. 1 2 aan een koperslager. 1 aan een geweermaker. 1 aan een schoenmaker 1 aan een zeepzieder. 1 aan een briekant van gemaakte kleederen. 1 aan een lijst—enmaker. 9 aan kleermakers, jk 3 aan een fabrijkant van jujubes en pepermunt. Aan den kleermaker J.Vermeulen alhier werd door Z.MË- vergun ning verleend tot het voeren van het koninklijk wapen. L Hoofdstuk XV. Handel en scheepvaart. I. Binnenlandschen handel. Sedert het verleden jaar is er weining verandering in den toe» stand van den binnenlandschen handel te bespeuren en blijft deze over het algemeen in eenen Iw ijnenden toestand; geene der belemme ringen, waarvan vroeger w-^erd gewag gemaakt mogt worden opgeheven of heeft opgehpuden te bestaan en ofschoon men aanvankelijk eenige hoop voedde, dat eindelijk aan deze gemeente regt zou laten weder varen, en haar, op het stuk der rijkstollen in de nabijheid dezer vesting, met andere steden gelijk zou stellen, voornamelijk ten ge volge der beslissing van de 2e kamer der Staten Generaal, &p de daa toe ingediende vertogen,welke kamer veiklaarde, dat de barrières aan de Antwerpsche- en Bossche poorten geheel en al in strijd met' 'i 1' li il

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1862 | | pagina 32