20.
c
In het jaar 1863 zijn door ons bewijsstukken, ingevolge art.37
der wet afgegeven, en wel aan 2 hoofdonderwijzers, 2e hulponderwij
zers en 2 aan hulponderwijz_.erassen.
De verhouding van het onderwijzend personae!, de Kweekelingen al J
of niet m degerakend, tot het gemiddeld aantal leerlingen, is zeer
gunstig te noemen, zoo wel in het algemeen, als in iedere school op
isSrjLctl'! 1
De scholen In het gestich*" der Zusters van liefde, die van het
Hoomseh burger Vleeshuis en de diaconieschool der hervormde gemeente
worden uit den aard der zaak door de Kinderen van eene bepaalde Gods
dienstige gezindheid bezocht; de overige scholen, zoo wel door Roomsch
catholieken als door hervormden en enkele ook door israeliten.
b, Scholen van bijzonderen aard en strekking.
Op den 31 December 1863, waren in de gemeente aanwezig:
1
le.eene bewaarschool, uitsluitend besterad voor kinderen van de R.K.
Godsdienst, bestuurd, door de Zusters van liefde.
2e. gene bewaarschool voor de Hervormde Gemeente.
3e.behalve nog 18 zoogenaamde kleine Kinderscholen, allen bezocht door
een groot getal Kinderen.
i4.e»de Werkschool, verbonden aan het R.K.Gasthuis, waarop thans 10 7 be
hoeftige meisjes onderwijs erlangden en alle soorten van vrouwelijke
handwerken.
Het aantal kinderen heeft wederom eene vermindering ondergaan; om -
trent de redenen die daartoe aanleiding geven, kunnen wij verwijzen
naar vorige veis lagen
C. Sehoolonderwijzers^ezelschapbestaat binnen deze gemeente niet;
doch de onderwijzers der openbare scholen nemen deel aan de Vereeni-
gingen van onderwijzers, in de gemeente Ginneken onder het toezigt
van den schoolopziener gehouden wordende.
d. Latijnsche Scholen.
In den loop des jaars heeft de eenig overgebleven leerling de
school verlaten, en geene nieuwe leerlingen hebben zich opgedaan. Van
den staat van het onderwijs kan alzoo niets gezegd worden.
Het verval dezer eertijds bloeijende inrigting van onderwijs is toe
te schrijven deels aan het minder belang dat do tegenwoordige tijd in i
de beoefening der oude letteren stelt, deels aan de mededinging der
Kleine Semenariön en latijnsche scholen; onder het toezigt en de lei-
ding van R.K.geestelijken staande, die de meeste jongelingen tot zich
trekken, welke zich tot den geestelijken stand voorbereiden; en mis
schien ook deels aan den verflaauwden ijver der docenten, onder welke
echt,er het den rector zeker niet aan bekwaamheid en eene goede leerme-
thode ontbreekt.
e. Kunsten en Wetenschappen.
1 A-*—
in de eerste plaats behoort hiertoe het steads teelden-instituut1
Uit het verslag nopens den toestand van het onderwijs in de hand -
en bouwteekenkunde over 1862/63, blijkt, dat dit instituut steeds in
bloei vooruitgaat.
In de maand December 1863 is eene nieuwe klasse ingevoerd van het
teakenen van voorwerpen naar de natuur, welke is gevormd uit de ver
schillende klassen, en uit leerlingen bestond. De klasse gaf spoe
dig goede resultaten.