i ■HI Dat de kosten over het afgeloopen jaar hooger zijn, dan over 1863, is voornamelijk toe te schrijven aan de verhoogde jaarwedde van den apotheker en da meerdere geneesmiddelen, welke door de vele zieken ,r zijn verbruikt geworden. De wet van den 13 Augustus 1849 (staatsblad Ho 39) betreffende de vreemdelingen, voor zooveel die op het armwezen van toepassing is, werd naar behooren opgevolgd. Door de besturen van alle instellingen van weldadigheid, werd be hoorlijk voldaan aan het voorschrift van art,10 der Armenwet. In het getal en den aard der instellingen is in het afgeloopen jaar geene verandering ontstaan. Wij achten het derhalve onnoadig die instellingen met name te noemen, evenwel zullen wij van ieder imrer, en van die tot voorkoming van armoede, den wakkring naar de ingekomen opgaven, bij de volgende mededeelingen afzonderlijk nagaan; aanvangenj de met a. Gemeente - instellingen. i' Huiszittende armen. Burgerli jk armbestuur Uitgaven; Onderhoud van gebouwen, lasten en kosten van beheer f. 2189.08 Onderstand in geld 12811.471 id. in geldswaarde2864.941 belegging van genen 8883.87i te zamen f. 26,749*371- te zamen f. 27,814.82^ die slechts tijdelijk zijn bedeeld 1125.- te zamen 2409.-- Ontvangsten inkomsten in bezittingen, enz. f. 5303.3^ Krfstellingen, legaten8063.38 Collecten en giften 972.591 ,'|<l Subsidie van de gemeente lOoOO, Afkoop van renten 27,30 Goedslot van het vorig jaar1717-13è Verschillende ontvangsten 331*05 Het $3 tal bedeelden heeft in 1864 bedragen: die gedurende het geheele jaar onafgebroken zijn bedeeld geweest 1284, 1125.— In 1863 beliep dat getal slechts 2370, zoodat er in 1864 meer on derstand hebben genoten 39 personen. 23. m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1864 | | pagina 23