99
meenten het voorbeeld hebben gegeven, maakt dan ook een deel
uit van het den Koning aangeboden ontwerp, waarover met den
minister gehandeld wordt.
'Aanstonds na de invoering der wet is door den raad eene plaat
selijke commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs benoemd,
aan welke bij hare instruclie het bestuur der gemeenteinstellingen
van dat onderwijs is opgedragen. Als lid dier commissie erlangde
de heer C. C. Huijsmans, naar elders verplaatst, zijn eervol ont
slag, en werd hij vervangen door den heer Mr. J. P. G. Mensing. De
commissie is thans zamengesteld uit de heeren Mr. A. Kerstens,
voorzitter, Mr. J. J. Loke, secretaris, C. M. de Bruijn Kops
Q. G. van der Hoeven en Mr. J. P. G. Mensing.
De werkzaamheden der commissie hebben zich, uit den aard der
zaak, bepaald tot het doen van verslag en het geven van advies
aan den raad. Eigenlijk toezigt kon tot heden niet uitgeoefend
worden bij het ontbreken van scholendie aan dat toezigt zouden
onderworpen zijn; en bij don bestaanden twijfel, of de school van
den lieer J. W. Tilleman, waarvan hiervoor de rede was, tot de
instellingen van het middelbaar onderwijs behoort, kon de com
missie slechts de koninklijke uitspraak afwachten. Op den 22 De
cember werd die uitspraak ter kennis van het bestuur gebragt.
Van de school, voortaan als eene middelbare te beschouwen, deelen
wij het volgende mede:
Er wordt onderwijs gegeven aan reeds eenigzins gevorderde leer
lingen in het rekenen, de beginselen der Nederlandsche, Fransehe,
Engelsche en Hoogduitsche talen, die der aardrijkskunde, geschie
denis, vormleer en wiskunde, en in het teekenen. Het onderwijs
is hoofdzakelijk voorbereiding tot de lessen der koninklijke mili -
t.aire academie. De hoofdonderwijzer J. W. Tilleman is, volgens
artikel 1 van het koninklijk besluit van den 27 Mei 1830 (Stbl.
n". 9)gemagtigd tot het oprigten eener school van middelbaar
onderwijs. Hulponderwijzer H. Eaeskin, bezitter eener acte van
bekwaamheid van hulponderwijzer voor het lager onderwijs, en dus
niet bevoegd om in deze school werkzaam te zijn.
Aantal leerlingen: 10 jongens, allen inwonende.
5. Scholen van bijzonderen aard.
I. Bewaar- of kleinkindersclioknin de gemeente bestaande:
1°. Drie bewaarscholen, door geestelijke zusters, te weten: eene
hoofdonderwijzeres en vijf medehelpsters, bestuurd, in het gesticht
van liefde, met 209 jongens en 171 meisjes.