6
namelijk ingezetenen, die, buiten het rijk uit buitenslands geves
tigde ouders geborengeene brieven van naturalisatie kunnende
overleggen, en niet in de gunstige uitzondering van artikel 4 der
wet van den 28 Julij 1850 vallende, de hoedanigheid van Ne
derlander niet bezaten. De namen der geschrapten zijn, volgens
het voorschrift der wet, te gelijk met de aanplakking, nederleg-
ging en openbare kennisgeving van de kiezerslijsten, afzonderlijk
bekend gemaakt.
Noeh tegen deze lijsten, noch tegen de verkiezingen zijn be
zwaren ingebragt.
In den loop van het jaar hebben de volgende verkiezingen
plaats gehad
1°. Op den 2 Mei voor twee leden van den gemeenteraad ter
vervanging van de heeren J. C. van Mierlo Hz.overledenen
A. J. Yerlegh, die wegens vertrek uit de gemeente zijn ontslag-
had genomen, van welke de eerste nog in het jaar, en de laatste
in 1869 volgens den rooster moest aftreden. In plaats van dezen
is gekozen de heer A. Lips, met 202 van de 357 geldige stemmen
terwijl 10 briefjes van onwaarde zijn verklaard. Bij de eerste
stemming ter vervanging van den heer Yan Mierlo bekwam nie
mand de volstrekte meerderheid van stemmen. Er waren 367
briefjes in de bus gevonden, waarvan 16 van onwaarde. Op den
heer Mr. J H. van Mierlo vereenigden zich 156, en op den heer
P. J. de Ruijter 133 stemmen. Bij herstemming werd de eerst
genoemde gekozen met 231 van de 423 uitgebragte stemmen
waarvan 2 van onwaarde. De laatste had 190 stemmen gekregen.
2°. Op den 9 Mei voor drie leden der provinciale staten, ter
vervanging van de volgens den rooster aftredende heeren C. W.
Oomen, G. van Beekhoven en Mr. P. J. J. Holliugérus Pijpers.
De heer Oomen erlangde 721, de heer G. van Beekhoven 673 en
de heer Mr. J. H. van Mierlo 458 stemmen790 kiezers hadden
aan de stemming deel genomen5 briefjes waren van onwaarde
verklaard.
3°. Op den 18 Julij voor vijf leden van den gemeenteraad, op
den 1 September aftredende. 284 stembriefjes zijn ingeleverd,
van welke één van onwaarde werd verklaard. Al de aftredenden
werden herkozente weten de heeren Mr. J. P. C. J. de Boy
met 252; Mr. A. Eerstens, met 224; N. B. H. Guljé, met 198
Mr. J. H. van Mierlo, met 191, en A. H. Kuppensmet 169
stemmen.