109 welke 5641.60 is verhaald, dat der laatsten 623; het bedrag der terugbetaalde som kan niet worden opgegeven, dewijl al de declaratiën niet ingekomen zijn. Sedert de invoering der armen wet waren deze cijfers: Hier bedeeld, Elders bedeeld, elders armlastig. hier armlastig. Verschil ten irnnrrl oalo (lor Getal. Onderstand. Getal. Onderstand. gemeente. 1855 471 3391 58 348 2149 97 1241 61 1856 516 3454 34 397 2692 555 761 785 1857 621 4177 13 489 3232 135 944 995 1858 714 4393 54 503 3240 955 1152 58s 1859 837 4853 985 478 3356 12 1497 865 1860 876 5204 53 563 4099 3S5 1105 145 1861 889 5818 05 583 3774 445 2043 60 s 1862 888 5694 41 491 3567 16 2127 25 1863 849 4827 895 647 4739 065 88 83 1864 963 5751 515 678 4533 805 1217 71 Mag de wet in een finantiëel opzigt voor onze gemeente niet ongunstig werken, toch kan de onbillijkheid van het daarin aan genomen stelsel nopens het domicilie van onderstand en het ver haal van kosten moeijelijk worden ontkend. De zoogenaamde plattelandsgemeenten worden door dit stelsel buiten tegenspraak gedrukt. De daarmede in verband staande bepalingen der wet leiden bovendien tot velerlei geschrijf en gewrijf; zij zijn aan eene goede armenverzorging niet bevorderlijk, dewijl, aan den cenen kant, bij het bedeelen voor rekening van derden niet altijd eene gepaste zuinigheid wordt in het oog gehouden, en aan den anderen kant, te vaak tegen het belang der behoeftigen van de bepaling van ar tikel 44, tot het eischen van overkomst, wordt gebruik gemaakt. Eene wijziging der wet schijnt ons daarom, met velen, redelijk en raadzaam toe. Aan de nalevering der wet wordt intusschen in de gemeente de hand gehouden. De voorschriften der artikelen 5 71013 ont moeten, even min als die der artikelen 1419, bezwaren in de uitvoering. Ilet maximum van den onderstand, vastgesteld met inachtneming van de aanschrijvingen der regering, en niet te boven gaande de daarbij aangegeven cijfers van 2.50 in gezonden toe stand en van 5 bij ziekte voor een gezin, wordt niet overschre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 113