115 Met het burgerlijk armbestuur staat de stadsapotheek in ver band. Zij werd in 1856 opgerigt, toen de heer W. de Grez, hij het verlaten zijner zaak, zijue apotheek aan de gemeente ten ge schenke gaf. Zij is bestemd tot het bereiden en leveren van ge neesmiddelen, door de stadsgeneeskundigen voorgeschreven voor de burgerlijke armen. Evenwel kan, volgens artikel 120 der ver ordening, het colleg-ie van dagelijkseh bestuur in bijzondere ge vallen het afleveren van artsenijen ten behoeve van anderen vergunnen. Van deze bevoegdheid is in den loop van het jaar ten behoeve van het oude-mannenhuis, cene gemeenteinstelling, gebruik gemaakt, onder voorwaarde van betaling naar liet tarief. Alle verdere aan zoeken zijn afgewezen. De apotheek is altoos voorloopig gevestigd in een gehuurd huis in de St.-Janssfraat; men wacht slechts naar eene gunstige gele genheid, om ze in een geschikter lokaal over te brengen. Het toezigt op de apotheek is opgedragen aan eene commissie van drie deskundigen, bestaande uit de heeren dr. J. Eens, A. P. Maassen en J. F. E. Pieper. Apotheker is W. P. A. Ten Bosch. In de apotheek zijn 5668 recepten in 1865 bereid. In 1864 was dit getal 7829. De kosten hebben, met inbegrip van de wedde des apothekers, ten bedrage van 800, en van de huur des lokaals, beloopen 1640.06, waarvan terug te vorderen de kosten van geneesmidde len ten behoeve dergenen, die elders armlastig zijn, 481. In 1864 waren die kosten 190S, waarvan terug te vor deren 747.76. Dit gunstige resultaat is verkregen, ondanks de verhooging voor eerst der jaarwedde van den apotheker met ƒ200, die, vroeger slechts op ƒ600 bepaald, te gering werd geoordeeld, enten andere den aankoop van potten, flesschen, doozen en werktuigen, waar van de vernieuwing vereischt werd, en eindelijk van eenige ont brekende droogerijen en praeparaton. De kosten worden bestreden met de middelen van het armbestuur, hetwelk ze in zijne begroo ting en rekening onder een afzonderlijk hoofd opneemt. II. Godshuizen. Oude-mannenlmis. Dit gesticht is eene der oudste instellingen van weldadigheid in de gemeente Het wordt reeds in den uitersten wil van Godefried III, heer van Breda, in 1246, vermeld. Het droeg toen den naam van Gasthuis (hospitale), naar welken de Boschstraat, waar het gevestigd is, vroeger Gastkuisemde genoemd werd. Het was aanvankelijk bestemd tot het verplegen van zieken en van oude en gebrekkelijke lieden; terwijl een daaraan t.oege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 119