ff ff 127 Wij trekken de hier boven opgegeven cijfers voor de verschil lende instellingen zamen Getal ondersteunden. Uitgaven Instellingen. 3 r3* van Ontvangsten -+J M O r—1 <D r3 C3 allerlei aard. O i> O EH Art. 2, letter a. I. Huiszittende armen. 1309 1048 2357 ƒ17220 43 ƒ17889 395 II. Godshuizen 48 ir 48 7972 06 8050 175 Art. 2, letter b. I. ad. Huiszittende armen 88 192 280 5301 24s 3276 055 II. Schamele armen.. 80 500 580 2116 73 2703 21 III. ad. Godshuizen 80 tf 80 12302 34 2944 915 IV. Gast- of ziekenhuiz. 4 4 II II Art. 2, letter c. I. ab. Commissiën tot uitdeeling van warme spijzen 'J H 1868 42 1877 75 II. Kraamvrouwen. II 46 46 198 70 247 125 III. ab. Godshuizen 55 1/ 55 7255 48s 1185 IV. Gast- of ziekenhuiz. a 228 228 3746 195 52 90 V. Werkverschaffing 263 263 2036 80 it Totaal. 16 64 2277 3941 ƒ60018 4 O5 ƒ38226 525 D. INSTELLINGEN TOT HET VOORKOMEN VAN ARMOEDE. I. Bati/c van leening. Dezo gemeenteinstelling, die door eene administratie, op openbaar gezag aangesteld, wordt beheerd, be staat sedert 1830. Zij is opgerigt krachtens reglement, op voor stel van den gemeenteraad bij koninklijk besluit van den 23 Julij 1829, n°. 95, vastgesteld, en mede op voordragt van den raad bij koninklijk besluit van den 24 Mei 1864 gewijzigd. Om de bank tot hare verrigtiugen in staat te stellen, is in den aanvang eene geldsom van ƒ30000 opgenomen. Dit kapitaal, dooi de stad met geleende penningen voorgeschoten, is van lieverlede met de behaalde winsten afgelost; in 1864 werd het laatste gedeelte dezer schuld gekweten. In 1865 is echter eene nieuwe leening van/ 7000 aangegaan tot bestrijding der kosten eener verbouwing, die de lokalen, in vervallen toestand geraakt, volstrekt behoefden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 131