133
inwoners strekken. Geen ander doel had de gemeenteraad met hare
uitvaardiging voor oogen.
2. De inrigting der plaatselijke politie is bij eene verordening-
van den 28 Maart 1863 geregeld. Volgens deze bestaat bet per
soneel, onder bet toezigt en de bevelen van den commissaris van
politie, uit: één hoofdagent, zes agenten der eerste, acht der tweede
klasse en vier plaatsvervangende agenten. Voorts zijn onder de
dienaren van politie te rekenen: twee torenwachters, een keur
meester van bet vleesck met zijne adjuncten en twee keurders van
den viscli. Voorschriften voor de dienst zijn gegeven bij een
reglement en twee instructiën, op den 17 April van hetzelfde jaar
door bet hoofd der politie vastgesteld.
Het getal der agenten van de eerste klasse, met de dagdienst
belast, is zeker voor de gemeente toereikende tot bet houden van
surveillance in de vier wijken, zoo deze beambten getrouw hunnen
pligt vervullen en hunne waakzaamheid niet laten aftrekken Aan
meer twijfel is het onderworpen of de agenten der tweede klasse
die dc nachtwacht uitmaken, talrijk genoeg voor de dienst zijn.
Die dienst kan iederen nacht slechts bij afwisseling door vier hunner,
met een agent dor eerste klasse aan het hoofd, worden waarge
nomen. Tot het doen van stille ronden worden zij in twee patrouil
les, twee aau twee, afgedeeld. Het aantal straten, door iedere
patrouille te doorkruissenis echter zoo groot, dat eene ronde
uaauwelijks in anderhalf uur kan afgeloopen zijn. Neemt men nu
hierbij in aanmerking, dat na iedere ronde telkens een kwartier uurs
rusten in het wachtvertrek moet gegund worden, dan komt men
tot het ontmoedigende besluit, dat alle deeleu der gemeente ge
durende den nacht niet zoodanig bewaakt worden, als de openbare
veiligheid eischt. Indien men over het bezwaar der kosten konde
heenstappen, zou zeker door uitbreiding van het getal der agenten
van deze klasse beter voor de politie gezorgd zijn.
Op het gedrag der agenten zijn geene aanmerkingen te maken,
die bijzondere vermelding verdienen. Wordt in de dagelijksche
dienst bij dezen of genen soms flaauwheid of halfheid opgemerkt,
bij buitengewone voorvallen of gelegenheden geven allen blijken van
loffelijken dienstijver.
De agent der tweede klasse G. de Winter werd wegens verzuim
in de dienst ontslagen, en in zijne plaats werd de plaatsvervangende
agent A. Jooseu benoemd. Bij de plaatsvervangende agenten be
staat eene vacature, waarin tot heden niet konde voorzien worden.
3. Wegens overtreding van plaatselijke politieverordeningen wer
den 119 processen-verbaal opgemaakt. Van de bekeurden kwa-