HOOFDSTUK XII. LANDBOUW. 137 deel genomen. De verdienste beliep 136.01waarvan voor het rijk 40.80, aan zakgeld 40.80 en aan uitgangskas 54.41. In de pistole zijn twee gevangenen opgenomen. Van de cantine, die door den aannemer van het onderhoud voorzien wordt, mogten de gevangenen driemaal in de week gebruik maken. Orde en tucht werden naar behooren gehandhaafd. Slechts zeld zaam moesten disciplinaire straffen worden opgelegd. Het schoolonderwijs levert, wanneer men den koitcn tijd van het verblijf in aanmerking neemt, goede uitkomsten op. De onder wijzer A. J. van Housen is voor zijne taak zeer berekend. Omtrent het gedrag, den ijver en de geschiktheid der beambten luiden de berigten bijzonder gunstig. In de toelage van den cipier wordt, overeenkomstig het besluit van gedeputeerde staten van Noordbrabant van den 2 Januarij 1856, G, n°. 132, door de ge meente eene som van/ 26.73 bijgedragen. Het eollegie van regenten bestaat uit den heer Commissaris des Konings in de provincie, als voorzitter, voorts uit de lieeren Mr. J. E. C. J. de Roy, vice-president, Dr. A. E. J. Ingen-Ilousz, G. van Alplien, Mr. B. J. E. M. Hanlo en Mr. G. A. Kleijn secretaris. De plaats, door het overlijden van den heer J. C. van Mierlo Hz. opengevallen, is nog niet vervuld. Cipier de heer J. W. Jeukens. Tot het mededeelen der bovenstaande bijzonderheden zijn wij weinig aan de regenten verpligt. Onze opgaaf ware vollediger geweest, zoo zij ons daaitoe hadden willen in staat stellen. Van eigenlijken landbouw kan in deze gemeente, wier grond gebied zich slechts tot de wallen en grachten der vesting uit strekt, geen sprake zijn. Op den tuinbouw legt zich echter met goed gevolg een aantal ingezetenen toe. Eenige gronden, binnen de stad gelegen, worden tot warmoczerijen gebezigd. Ook worden vele akkers in de on- middelijke nabijheid der stad tot het aankweeken van moeskruiden en tuinvruchten door de alhier gevestigde hoveniers bebouwd. De door hen geteelde groenten zijn, om haren smaak en hare hoe danigheid, gezocht. Zij worden meestal ter groenmarkt gebragts

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 141