HOOFDSTUK XV. 145 stadsarbeiders tot ongerief van den handel zou strekken, zich met de voordragt niet vereenigd. 11e zaak is inmiddels door deze be slissing niet veel gevorderd; want de vraag, of de vereeniging, als openbare gemeenteinrigtingen daarmede de heffing van loonen voor diensten, namens het gemeentebestuur verstrekt, den termijn, bij het laatstaangehaalde •wetsartikel gesteldzonder een door den Koning goedgekeurd raadsbesluit konde overleven, is er niet door uitgemaakt; eene vraag, die, in verband met den geest van het tegenwoordige staatsregt en inzonderheid van de gemeenteweten met algemeen erkende beginselen van staatshuishoudkunde, wel eene nadere overweging waardig is Buiten de stadsarbeiders bevinden zich altijd vrije werklieden aan de havenkanten, gereed om hunne diensten tegen belooning te bewijzen. Hun getal zal met dat der eerstgemelden ongeveer gelijk staan. HANDEL EN SCHEEPVAART. Groothandel wordt in de gemeente nagenoeg niet gedreven. Des te meer wordt in winkelnering en omzet van goederen uit de tweede en derde hand een middel van bestaan gezocht. De kleinhandel is, vooral met opzigt tot voorwerpen van dagelijksch verbruik, niet onaanzienlijk te noemen; maar de verzending van winkelwaren en andere artikelen naar de dorpen van den omtrek, die zich in vroeger dagen hier van het noodige voorzagen, is uitermate ver minderd, sedert de verbeterde middelen van gemeenschap met de groote steden het regtstreeksch vervoer gemakkelijk hebben gemaakt. I. Binnenlandsche handel. Twee malen 's weeks, des dingsdags en des vrijdagswordt markt gehouden van granen en andere landbouwvoortbrengselen. De granen worden doorgaans op mon ster verkocht. Eijeren, boter en kaas, in welke artikelen de handel toenemende is, worden in de boterbal ter markt gebragt, die een druk bezoek ontvangt. Men vleit zich met de hoop, dat de afschaffing der verbruiksbelastingen gunstig op den toestand der weekmarkten zal terugwerken. De beide jaarmarktennamelijk de kermisdie zaterdag vóór Pinksteren, en de najaarsmarkt, die zondag na Allerheiligen aan vangt, brengen wel eenig leven en vertier te weeg, omdat zij landlieden stadwaarts lokken, doch hebben hier, gelijk overal el ders voor den handel haar gewigt en beteekenis verloren. 10

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 149