146
De vischmarkt wordt dagelijks gehouden, zoo visch wordt aan
gevoerd. Over 't algemeen kan men zich in een ruimen aanvoer
niet verheugen. In vroeger tijd schijnt de marktbeter dan tegen
woordig, voorzien te zijn geweest. Intussohen kan men mede-
deelen, dat de nieuwe verordeningen, in den loop van liet jaar
ingevoerd, waarmede men eene billijke verdeeling der lasten, op
den ingevoerden viseh drukkende ten oogmerk hadgunstig zijn
ontvangenen dat de belanghebbenden zich daarvan eene verbete
ring der markt, zoo 'tschijnt, niet zonder regt, voorspiegelen.
De paarden- en beestenmarkt, met welker instelling men vóór
weinige jaren eene vergeefsche proef heeft genomen bestaat slechts
in naam. Er worden- geene beesten aangebragtbehalve een ze
ker getal varkens, die door vele ingezetenen tot vetmaking worden
aangekocht. De markt zou belmoren gehouden te worden dingsdag
na Palmzondag en donderdag na de Gorkutnsche markt. Het
heersehen der veeziekte heeft den raad doen besluiten het houden
van veemarkten te verbieden.
De binnenlandsche handeldie niet ongunstiger dan in het
voorgaande jaar kan heeten, bestond voor een groot gedeelte in
voortbrengselen van landbouw. De graanhandel is echter niet
meer, wat hij voormaals was; de markt heeft zich allengs naar
Rozendaal, Oosterhout en andere gemeenten verplaatst, en wat
hier in rogge, tarwö, gerst, haver en boekweit verhandeld wordt
geschiedt in commissie, of ten behoeve van bierbrouwerijen, brood
bakkerijen en dergelijke fabrieken, of voor eigen verbruik; eigen
lijke graanhandelaars treft men in de gemeente niet meer aan.
De handel in wild was in 1865 van meer belang, dan in het
voorgaande jaar; dewijl de jagt, bij verbeterden wildstand, meer
opleverde. De verzending van hout naar Zuidholland verminderde,
en werd zelfs gedurende de laatste maanden geheel gestaaktten
gevolge van het uitbreken der veetyphusde verbodsbepalingen
namelijk tegen den invoer van mestspeeiën uit de besmette streek
waren oorzaakdat de schependie deze stoffen plagten aan te
voeren en in retourlading bout mede te nemende gemeente niet
meer bezochten.
De handel in warmoeskruiden en tuinvruchten vertoonde eene
bijzondere levendigheid; vooral koolsoorten, aardbeijën en bosch
beziën (blaauwbessen) werden in nog grooter hoeveelheid dan vroe
ger naar andere steden verzonden. De aardbeijën, aan welke het
vervoer met de spoorwegen eene steeds klimmende waarde ver
zekert, zijn eene bron van inkomsten voor de bouwlieden uit den
omtrek gewordenterwijl de boschbeziën aan lieden uit den ge-