14
toen men inzag, dat de ontruiming van dit huis bij de opheffing
der verbruiksbelastingen op den 1 Mei 1866 eene geschikte ge
legenheid zou aan de hand doen, om met betrekkelijk weinig
kosten eene ziekenzaal met de noodige bijvertrekken op doeltref
fende wijze Ie doen inrigten. De uitvoering van het plan werd
daarom tot dien tijd geschorst.
13°. Uitnoodiging, gerigt aan het 20" landhuishoudkundig con
gres te Assen vergaderd om zijne eerstvolgende vergadering in
onze gemeente te houden. Heuschelijk werd hiertoe besloten, ter
wijl het bestuur van het 21" congres werd zamengesteld uit de
heeren Mr. A. Kerstens, voorzitterC. J. W. C. P. baron van der
Borch, genaamd van ïtouwenoort, tweede voorzitterDr. J. Hens,
Dr. A. P. J. Ingen-HouszJhr. Mr. P. Six, eerste secretaris, B. J. A.
Kallenberg van den Bosch, tweede secretaris, en J. A. van der
Burgh, penningmeester. De raad heeft eene som van 1000 voor
de kosten ter beschikking van dit bestuur gesteld, hetwelk het
voornemen heeft aangekondigdbij gelegenheid der zaraenkomst van
het congres in de laatste dagen van Junij des loopenden jaars eene
tentoonstelling van landbouwwerktuigen onder uitloving van eere
penningen en aanzienlijke prijzen te openen, en voorts de plegtig-
heid door feestelijkheden, waaronder een gecostumeerde optogt en
verdere volksvermakelijkheden, op te luisteren.
14°. Adres, door eenige ingezetenen, eigenaars en bruikers van
huizen in de Brugstraat, ingediend tot het erlangen eener schade
loosstelling voor het wegnemen van hunne naar buiten openslaande
vensterblinden, waartoe zij, nadat de straat van trottoirs wasvoor
zien, door de politie waren genoodzaakt. Dewijl hier van geen
onteigening ten algemeenen nutte, gelijk de adressanten beweerden,
de rede kon zijn, maar slechts van eene beperking van het eigen-
domsregt voor de veiligheid van het verkeer, waartoe artikel 625
B. W. aan de gemeentebesturen de bevoegdheid geeften dewijl het
alzoo slechts gold de nakoming eener verpligting, bij politiever
ordening opgelegd, oordeelde de raad, dat er geen gronden konden
bestaan, om aan het verzoek gevolg te geven.
15". Bezwaren van onderscheiden aard, inden loop van het jaar
door ingezetenen ter kennis van het bestuur gebragt, hetzij tegen
bepalingen der politiereglementenhetzij tegen maatregelen van
het bestuur, welke doorgaans ongegrond of onredelijk werden be
vonden. Onder die bezwaren werd de aandacht van den raad meer
in 't bijzonder bezig gehouden door de klagt van een ingezeten over
de verplaatsing der pomp in de Ridderstraat ten gevolge van het
aanleggen van trottoirs. Schoon andere belanghebbenden in de