15
buurt op het behoud der pomp, die hun van veel dienst was,
aandrongen, besloot de raad, ter voorkoming van twist en onaan
genaamheden, die pomp te doen wegruimen.
16". Het huishoudelijk reglement, door het burgerlijk armbe
stuur, naar aanleiding van artikel 7 der plaatselijke verordening
op de burgerlijke armenverzorging, vastgesteld, en aan de goed
keuring des raads onderworpen, gaf in de vergadering van dit
collegie stof tot eenige aanmerkingen, waaraan, na gevoerde brief
wisseling met burgemeester en wethouders, door eene gewijzigde
redactie van de zijde van het armbestuur is toegegeven.
17". Feestviering ter gelegenheid van het vijftigjarig herdenken
van den slag bij "Waterloo op den 18 Junij. Overeenkomstig het
besluit des gemeenteraadsis aan de oudstrijders van de jaren 1813
tot 1815, bij het einde der parade, op het raadhuis in tegenwoor
digheid van het bestuur door den voorzitter, met eene aan de
plegtigheid van den dag gewijde toespraak, de eerewijn aangeboden.
Het onthaal liep geregeld en tot aller genoegen af.
18°. Tegemoetkoming door J. Dielemans, metselaar kier ter stede
gevraagd ter gelegenheid van de schade, door hem geleden in de
aanneming van het metselen van een haven muur, welke vóór de
oplevering van het werk door het geweld van het onweder gedeel
telijk was ingestort. De raad kende de som van 350 toe, uit
makende de helft van het bedrag, waarop het nadeel was begroot.
19". Het beschikbaarstellen van lokalen voor de dienst van het
kantongeregt. De gevoerde onderhandelingen met den minister van
justitie en het overleg in den raad hebben ten gevolge gehad, dat
aan het rijk voor het bedoelde einde drie vertrekken op de eerste
verdieping van het raadhuis, allen op de Groote Markt uitziende,
in gebruik zijn afgestaan tegen den huurprijs van 350 in het
jaar; de huur is aangegaan voor een termijn van vier jaren en
onder de gebruikelijke voorwaarden. De vertrekkendie zonder
veel kosten werden verbeterd en verfraaid, zijn op den 1 Septem
ber door den kantonregter in bezit genomen. Vroeger was het
kantongeregt gehuisvest in twee van de thans verhuurde kamers
zonder dat de gemeente eenige vergoeding genoot.
20°. Renten ten behoeve der St. Joostkapel. Te rekenen van
het jaar 1637, sedert welken tijd deze kapel voor kerkelijke dienst
niet meer is gebruikt, maakten die renten een deel van het be
heer uit, hetwelk over het gebouw, en na de afbraak in 1817,
over den alleen overgebleven toren, benevens over den daartoe
behoorenden tuin (eertijds begraafplaats) aan bijzondere bewind
voerders, onder den naam van kapelmeesters, was opgedragen.