22 Den 23 September. Besluit tot het heffen van een hoofdelijken omslagen verordening op het invorderen. Goedgekeurd voor vijf jaren bij koninklijk besluit van den 7 October 1865, n°. 48. Den 23 September. Besluit tot het heffen van eene belasting op de honden, en verordening op het invorderen. Goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 7 October IS65n°. 48. Den 30 September. Besluit tot, wijziging van het reglement op de vischmarkt, (uur van den aanvang der markt en des afslags). Den 6 November. Besluit tot het aanvullen der verordening, voorschrijvende maatregelen, in acht te nemen gedurende het lieer- schen der veeziektemet besluit tot onmiddelijke afkondiging, (ver boden invoer van huiden, afval, enz.). Den 10 November. Verordening op de dienst der wijkmeesters. Den 2 December. Besluit tot het aanvullen der verordening, voorschrijvende maatregelen, in acht te nemen gedurende het heer- schen der veeziekte, met besluit tot onmiddelijke afkondiging, (ver bod van invoer van spoeling). o. Burgemeester en Wethouders. Aan het collegie van dagelijksch bestuur ontviel de heer J. C. van Mierlo Hz., die op den 14 April in den ouderdom van 77 jaren overleed. Sedert den 7 October 1822 lid van den gemeenteraad, en sedert April 1830 wethouder, heeft deze, gedurende de lange reeks van jaren, waarin hij aan het bestuur der gemeente deel nam, met ijver, belangstelling en naauwgezetheid van geweten zijne ambtspligten vervuld, en in moeijelijke tijdsomstandigheden blijken van moed en beradenheid gegeven. Algemeen heeft men daarom in onze stad aan de deugden en goede hoedanigheden van den geachten overledene regt laten wedervaren. In zijne plaats werd den 3 Junij de heer J. A, van der Burgh tot wethouder benoemd. De heer Mr. J. F. C. J. de Boy, die, als lid van den gemeente raad volgens den rooster aftredende, had opgehouden wethouder te zijn, werd als zoodanig in de raadsvergadering van den 5 Sep tember herkozen. Het collegie is alzoo zamengesteld uit de heeren: Mr. A. Eerstensburgemeesterbenoemd bij koninklijk besluit van den 13 Julij 1862; Mr. J. F. C. J. de Boy, wethouders, aftredende, de eerste in J. A. van der Burgh, 1866, en de tweede in 1869. Het collegie van dagelijksch bestuur heeft gehouden 97 gewone en 8 buitengewone vergaderingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 26