42
Het kapitaal c is geleend, ten einde in de voldoening van den
achterstand van renten en in andere noodzakelijke uitgaven te voor
zien. Tot kwijting van hoofdsom en renten is ingevoerd eene be
lasting op het onderhoud der stratenbekend onder den naam van
straatgeldwelke voor deze schuld speciaal werd verbonden. Die
belasting is in 1796 door de ingezetenen tegen den penning vijf en
twintig afgekocht, en de opbrengst heeft gestrekt tot het vernieu
wen der straten, die het jaar te voren gedurende de belegering
der stad waren opgebroken. Het kapitaal is, des ondanks, ten
laste der gemeente gebleven.
Het kapitaal dopgenomen op het fonds der stadsambtenwaar
onder werden verstaan de openbare betrekkingen, die hetzij tegen
eene jaarlijksche recognitie, hetzij tegen betaling eener som in
eens, werden vergeven, is uit denzelfden tijd en heeft dezelfde
schuldoorzaakals het kapitaal c.
Het kapitaal e is in 1796, toen de stad ten behoeve der pro
vincie door het gewestelijk bestuur van Brabant tot een bedrag
van 36000 was aangeslagen, bij wijze van gedwongen leening
van de ingezetenen tegen uitgifte van onopzegbare schuldbeken
tenissen opgenomen.
Tot het jaar 1792 zijn de overige kapitalen, die losbaar waren,
bij opvordering afgelost, en zijn de renten geregeld voldaan. Na
dien tijd zijn de geldmiddelen der gemeente in verwarden en liagehe-
lijken staat geraakt, en is het crediet zoo geschokt, dat de schuld
brieven wel eens voor elf ten honderd overgedragen werden. Sedert
het begin dezer eeuw hebben de finantiën zich gelukkig hersteld.
De schuldbrieven stonden allen op naamen de overdragt was
niet altijd regelmatig geschiedzoodat dikwijls onzekerheid en
moeijelijkheid ontstond. Om de oude schulden op een geregelden
voet te brengen en de gemeente niet aan opeisching bloot te
stellen, opende de raad, bij besluit van den 15 October 1859
den 28 daaropvolgende door gedeputeerde staten goedgekeurd, de
gelegenheid tot eene vrijwillige conversie door intrekking van de
oude stukken tegen schuldbewijzen aan toonder, met bepaling,
dat, te rekenen van 1861, jaarlijks ten minste een schuldbewijs
ten bedrage van f 1000 zou worden afgelost. De operatie is vrij
wel geslaagd. Yan de oude schuldbrieven zijn er slechts tot een
bedrag van 22555 niet ter conversie aangeboden; die schuld
brieven behooren voor het meerendeel aan de gemeente- en
armbesturen van CliaamBaarle en Alphenbenevens aan het
gereformeerd weeshuis alhier. Yan de uitgereikte nieuwe bewijzen,
ten bedrage van ƒ476175, is een behoorlijk grootboek aangelegd.