57
het afgeloopen jaar is het dak voorzien en het gebouw van buiten
geverwd.
De bedoelde zaal was in vroeger tijd aan het gilde van St. Se-
bastiaan of der schutters van den handboog kosteloos in gebruik
gegeven; sedert 1864 betaalt dit gezelschap, dat, hoewel in aantal
leden afgenomen, echter zijne bijeenkomsten blijft houden, aan de
gemeente den geringen jaarlijkschen huurprijs van 25onder
verpligting om voor het onderhoud van het vertrek te zorgen,
waaraan' door eene gedeeltelijke herstelling van den vloer is vol
daan.
In de nabijheid der waag stond voor korten tijd de kraan.
Toen dit houten gevaarte, vooral aan de as, zoo versleten en
vermold was, dat het gebruik er van met gevaar gepaard ging,
en het daarom op bevel des burgemeesters aan den ketting was
gelegd, werd, volgens besluit van den gemeenteraad, het houtwerk
in 1864 voor afbraak verkocht. De steenen voet, die was blijven
staan, is in het verleden jaar weggeruimd, waardoor het laatste
spoor der kraan is verdwenen.
De behoefte aan eene nieuwe kraan is tot heden niet gebleken.
De schippers bedienen zich hij het lossen en laden van hunne
takels. Zware voorwerpen worden, buiten het krijgsmaterieelniet
aangevoerd.
6°. Be latijnsche school. Het dak is, zooveel noodig hersteld,
en het huis van buiten geverwd. Het gebouw, tamelijk sterk en
rijk aan lokalen, dienstig tot het huisvesten van kostleerlingen,
is wegens de beperkte ruimte en de lage verdieping der vertrek
ken, gelijk mede met opzigt tot het licht, niet zeèr geschikt voor
het onderwijs. Hierin ligt de reden, dat in den gemeenteraad het
plan is ter spraak gekomen, om bij de oprigting eener hoogere
burgerschool niet van dit gebouw gebruik te makenmaar het met
den daarbij behoorenden tuin te vervreemden. (Hoofdstuk IX4.)
7°. Gebouwen voor het lager onderwijs. Yan de drie lokalen zijn
die van de eerste en tweede burgerschool, in 1860 opgerigt,
grootendeels nieuw, en vereischen alzoo weinig onderhoud. In
1865 heeft eene verwisseling van woning tusschen de beide onder
wijzers plaats gevonden; waarbij die der eerste school de boven
woning aan de straat, en die der tweede het achterhuis heeft
erlangd; zoodat ieder hunner, zoodoende, meer in de nabijheid
zijner school is gehuisvest. Voorts is, ten gevolge dezer verschik
king, een vertrek aan de eerste school toegevoegd, waaraan zij tot
het vormen eener eerste klasse behoefte had.
Het gebouw, waarin zich beneden de armenschool en de woning