58
des onderwijzers, en boven stadsteekeninstituut bevinden, een ge
bouw, dat niet onder de beste en hecbtste is te rangschikken, en
naauwelijks ruimte voor zijne tweeledige bestemming heeft, behoefde
in den loop des jaars slechts kleine reparatiën.
8°. Stedelijke gasfabriek. In 1858 op een der vestingwerken,
genaamd waterlunet gesticht, voor welks uitgift in erfpacht jaar
lijks aan den staat eene recognitie van 36 wordt betaald, vor
dert dit nieuwe gebouw slechts het gewone onderhoud; behoudens
de veranderingen vergrooting, die de dienst medebrengt. In 1865
is met weinig kosten de kraankamer verruimd, waardoor aan een
bestaand ongerief werd te gemoet gekomen.
9". Bank van leening. Omtrent de verbouwingdie het lokaal dezer
inrigting heeft ondergaan, verwijzen wij naar Hoofdstuk X, D, 1.
10°. De kantoren der belastingen aan de poorten. Van de vier
huizen is dat aan de Waterpoort, op welks bovenkwartier het
telegraafkantoor is gevestigdschier nieuw, zijn die aan de Ginneken-
en Boschpoorten in vrij voldoenden staat, en hebben van dat aan
r de Antwerpsche poort de achterbouw en het dak wel wat geleden.
De kosten, aan die huizen besteed, bepaalden zich tot het gewone
onderhoud.
De woningen in de huizen brengen jaarlijks aan huur te zamen
de som van 447 op.
Nopens de bestemming, die aan deze kantoren, na den 1 Mei 1866
bij de afschaffing der plaatselijke verbruiksbelastingen, zal gegeven
worden, zie men Hoofdstuk II, B, 1, n°. 28.
11°. Kazerne der maréchaussée. In 1857 is de voormalige kapel
van den Beijerd, die tot verschillende einden had gediend, tot
kazerne verbouwd. Zij is aan de gedeputeerde staten van Noord
brabant voor rekening van het fonds van kazernering tot huisvesting
van de hier gestationeerde brigade maréchaussée verhuurd voor den
prijs van 650 in het jaar. Het gebouw is in volmaakten staat
van onderhoud. Verleden jaar is het van buiten geverwd; en een
der vertrekken is van het ongedierte gezuiverd, dat uit deze ver
blijven op den duur moeijelijk is te weren.
12°. De vischmarkt. De overdekte ruimte voor den zeevisch en
de gaanderij voor den riviervisch verkeeren in goeden staat. De
daken zijn hersteld, de looden goten, zooveel noodig, vernieuwd,
en de kroonlijsten geverwd. De vischbanken en tafels zijn sterk
en zindelijk. Het plein voor den afslag is met ijzeren balusters
afgezet en opnieuw met klinkers bestraat.
Nabij de vischmarkt aan de Haven stond het klapwakers/wisje.
Schoon dit kleine lokaal, in oude stukken het I/Muisje genaamd,