59 gezegd wordt in 1554 te zijn gebouwd, bestond vermoedelijk liet achtergedeelte reeds in vroegeren tijd. Sedert de nachtwacht, voor welke het bestemd was, naar het raadhuis werd overgebragt, was het voor de openbare dienst zonder nut. De raad besloot het te doen afbreken, ten einde den toegang tot de visehmarkt te ver beteren en het plein te vergrooten. Aan dit besluit is in de eerste dagen van het loopende jaar gevolg gegeven. 13°. De brandspuithuisjes. Van deze zijn n°. 2 op de Ginneken- brug, n°. 3 nabij de Nonnenbrug en n°. 4 op stadserf vrij vol doende, doch is n°. 1 aan den Leuvenaarswal een onsterk en vervallen gebouwtje. Aan allen wordt de hand gehouden. De oude sloten der deuren zijn, ten gerieve der dienst, vervangen door nieuwe, die allen met één sleutel geopend worden. 14°. Slepers- en arbeidershuisje in de Zout.straat. Een oud en zwak gebouwtje, hoofdzakelijk tot bergplaats der gereedschappen voor de vereeniging van arbeiders en slepers dienende. Het noodige tot behoud wordt gedaan. In IS65 is het dak voorzien, en zijn de deuren en vensters geverwd. 15°. Stadswerkwinkel op de Houtmarkt. Schoon niet nieuw, is deze berg- en werkplaats, die voor de fabricage van veel dienst is, sterk genoeg en in>:goeden staat van onderhoud. 16°. Het oliehuisje, staande aan het einde der Bouwerijstraat nabij den walen bestemd tot kookplaats van olie en andere ligt— ontvlambare vloeistoffen. Het heeft geen onderhoud geëischt. 17°. De paardenstal buiten de Waterpoort voor de dienst van het trek- of jaagpad langs de rivier de Mark. Dit getimmerte is na den afstand van een stuk gronds aan het rijk ten behoeve van den staatsspoorweg op zijne tegenwoordige plaats in 1864 opge slagen. Het is dus nieuw. 18°. Het jaag schippershuis met stal te Terheiden tamelijk sterk, en 19°. De woning met paardenstal te Slikgat, een slecht gebouwtje beiden ter exploitatie van het trekpad. Het noodige is tot behoud van daken, goten en houtwerk gedaan. 20°. Het huis op de groote markt, genaamd het Liggende Hert. wijk D, n". 120. Een ruim particulier huis, dat echter van binnen wel eenige modernizering zou verdienen. De voorbouw is sterk doch de achterbouw slecht. Het heeft alleen het gewone onderhoud gevorderd. Het is in de laatste jaren voor 510 verhuurd ge weest; terwijl de achterkelder 20 opleverde. 21°. Het huisje iu de St.-Annastraat, wijk D, n°. 166, ook wel pooriiershuis genaamd. Op het erf van dit nieuwe gebouwtje is een scheidsmuur vernieuwd en een afdak gemaakt. Het is ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 63