67 Ongeveer 650 linde-, olme-, essehe- en kastanjeboomen zijn binnen de stad op pleinen en langs de grachten geplant. Zij worden met zorg behandeldniet slechts omdat zij tot versiering der plaats dienen, maar tevens omdat zij, volgens de regelen der gezondheidsleer, veel tot luchtzuivering bijdragen. Op de wijze van snoeijing, die door sommige deskundigen niet doeltreffend wordt ge acht, zijn wel eens aanmerkingen door het bestuur gehoord. Het onderhoud der beplantingen heeft eene uitgaaf van 262.50 veroorzaakt. B. Van de bruggen binnen de stad staat de Tolbrug (eene houten draaibrug), in de traverse van den rijksweg der eerste klasse ge legen, onder het beheer van den waterstaat, op wiens kosten zij in 1864 is vernieuwd en omstreeks eene halve el verlaagd. Van die gelegenheid heeft de gemeente, van haren kant, gebruik ge maakt om de naburige straten te verlagen. Te betreuren is het, dat men de brug, waarover een drukke overtogt van voertuigen en voetgangers plaats heeft, te smal heeft gebouwd, door welk gebrek zij zelfs eene goede evenredigheid mist. Van de overige bruggen, van welke het onderhoud ten laste der- gemeente komt, zijn de meeste van steen gebouwd. Onder deze zijn de bruggen in de Nieuwstraat en de Dieststraat zoo goed als nieuw; die in het Zwaanstraatje, benevens die in de Bouwerijstraat (thans eigenlijk een duiker), vrij sterk; daarentegen de Nonnenbrug oud en door hooge ligging moeijelijk voor de passageen de St. Meer- tensbrug in de Nieuwe Huizen eene ontzetting aan den boog en het verder metselwerk vertoonende. Het zoude eene gewenschte verbetering zijn, indien de Hooge Brug over de Haven (van steen met houten klep) wierd verlaagd. De steile helling naar de zijde van de Waterpoort is hinderlijk, om niet te zeggen, gevaarlijk, voor het verkeer met rijtuigen, die van- en naar den spoorweg zich bewegen. De kosten van dit werk zullen, dewijl de bogen geheel behooren vernieuwd te worden, aanzienlijk zijn. Zoolang echter het houtwerk, zonder grove herstellingkan blijven bestaan, zal vermoedelijk niet ernstig aan de zaak worden gedacht. Ten aanzien van de houten bruggen valt op te merken, dat de Pekbrug (eene ophaalbrug) begint te verouderen en voortdurend veel aan onderhoud kost, terwijl de Gampelbrug en die aan den Nieuwen Weg aan Hen eiseh voldoen. Vroeger bestaande bruggen zijn, teil gevolge van overwelving van grachtenen vaarten, komen te vervallente weten: de Bosch- brug in 1854; de Keizersbrug in 1863; de Ginnekenbrug in 1864, en eindelijk de brug aan de Prinsenkade in het afgeloopen jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 71