HOOFDSTUK VI. 75 De Donkvaart, die, even als de Gampel, vroeger een arm van de Aa was, waardoor deze binnen de stad in de Mark vloeide, is thans eene gracht, die nahij den wal achter den Haagdijk dood loopt, en nergens toe dient, dan tot afvoer van water en vuilnis uit de huizen en van de erven. Het uiteinde is reeds vroeger tot demping aan het Roomsch Katholiek Gasthuis afgestaan; de monding bij de Haven is over eene lengte van 60 ellen in 1865 met vergunning van den raad door het kerkbestuur der. parochie van de H. Barbara overwelfd. Zie Hoofdstuk II, B, 1, n°. 5. Dezelfde klagt over nalatigheid der eigenaars in het onderhouden der beschoeijing bestaat hier, als elders. De Gampel heeft door eene sluis onder den wal gemeenschap met de grachten der vesting behouden, en valt bij de Pekbrug in de Haven. Schoon ook op den toestand dezer vaart niet kan geroemd worden, heeft men hier althans met loopend water te doen, hetwelk aan eene tapijtfabriek en eene verwerij tot het spoelen van stoffen van dienst is. De beschoeijing aan het pleintje hij het Achteromwelke ten laste der gemeente komt, is niet minder slecht, dan de beschoeijing, aan bijzondere personen toebehoo- rendc. Voor de herstelling der eerste zal echter worden gezorgd. Zoo de Mosselkreekmet twee takken tusschen de Brugstraat en de Nieuwstraat inlig'gende, wierd gedempt, zou eene groote dienst aan de gemeente, in het belang der algemeene gezondheid, be wezen worden. Deze gracht, die eer den naam van sloot ver dient, is doorgaans droog, en verwekt door de daarin vloeijeude drekstoffen een schadelijken en ondragelijken stank. Eenige in gezetenen hebben een navolgingswaardig voorbeeld gegeventoen zij in het afgeloopen jaar, na bereidwillig verleende vergunning van den gemeenteraad, de kreek achter hunne erven door een riool hebben vervangen. De kosten van het gewone onderhoud der haven en grachten heeft beloopen 903.06. MEDISCHE POLITIE. I. Gezondheidstoestand der menschen. De gezondheidstoestand der ingezetenen mag gedurende het afgeloopen jaar zeer bevredigend genoemd worden. Het cijfer der sterfte (369), laag in vergelijking met dat van 1864 (455), en niet veel overtreffende dat van 1862

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 79