S5 den 22 November 1854 vastgesteld, en voor zooveel noodig goedgekeurd bij koninlijk besluit van den 31 December daarop volgende, n°. 83, is in ieder der drie parochiën een kerkbestuur, met de waarneming der tijdelijke belangen belast, bestaande uit den pastoor, als voorzitter, en vier kerkmeesters. Deze laatsten zijn voor de eerste maal regtstreeks door den bisschop aangesteld in 't vervolg zal bij vacature dc benoeming door dien kerkvoogd geschieden uit eene voordragt van twee kandidatendoor het kerk bestuur zelf op te maken. Andere invloed op de stoffelijke aan gelegenheden van het kerkgenootschap, dan door de aldus be noemde kerkmeesters, is aan de geloofsgenooten bij het reglement niet toegekend. De Nederduitsche Hervormde gemeente heeft 3 dienstdoende predikanten. De groote kerkeraad is naar de bestaande voor schriften zamengesteld. Het eollegie van kerkvoogden wordt vol tallig gehouden. Bij de waarneming der algemeene belangen wordt de gemeente door eene bijzondere commissie vertegenwoordigd. Bij de Waalsch Hervormde gemeente is één predikant. Even eens bij de Luthersche gemeente. Beide gemeenten hebben hare kerkbesturen. Er bestaat hier ter stede eene Evangelische vereeniging onder de zinspreuk: Gods koningrijk home!" Hare statuten werden bij koninklijk besluit van den 29 Mei 1865, n°. 78, goedgekeurd, en daarmede de vereeniging als regtspersoon voor minder dan 30 jaren erkend. De vereeniging, die geen vasten predikant bezit, houdt in een daartoe bestemd bedehuis in de Nieuwstraat hare openbare godsdienstoefeningen, waarbij leeraren, van hier of elders geroepen, als predikers optreden. Bij de acte van oprigting is bepaald, dat bij eventuële ontbinding der vereeniging hare eigen dommen zullen worden besteed tot het stichten eener Christelijk Afgescheiden gemeenteof bij het bestaan daarvan aan deze zullen worden overgedragenof wel tot bevordering van het Christelijk nationaal onderwijs zullen worden gebezigd. Dc Israëlitische gemeente heeft één kerkbestuurder, één ouder ling en één voorzanger. De gebouwen, aan de openbare eeredienst gewijd, bevinden zich, voor zooveel aan ons bekend, in goeden staal. De syna goge onderging in het afgeloopen jaar eenige noodzakelijke ver bouwing. De kerk der II. Barbara, die veel aan gewoon onder houd kost, en die niet ruim genoeg schijnt, wenscht men te vervangen door een nieuw gebouw, aan de westzijde der Haven te stichten, tot welk einde een huis met aanzienlijk terrein is aangekocht. Tot de oprigting behoefde het kerkbestuur de tus-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1865 | | pagina 89