to.
Wel zijn in 1866 zaden gestrooid, die, hopen, wij, later» vrachten bil
len voortbrengen, die van grooten invloed op het onderwijs zullen
zijn, als bijv. de herziening van al de verordeningen, het bouwen
eener nieuwe school, en de splitsing dar openbare armenschool in ee. 3
school voor jongens en eens voor meisjes, raet al de gevolgen van dien
waarover in het volgende jaar meer breedvoerig zal gehandeld worden.
Van geen afzonderlijk leervak, zooals dat wordt opgenoemd ia de
wet, valt iets wetenswaardigs te vermelden, hat het onderwijs in de
moedertaal betreft heeft men gemeend hot invoeren dei* nieuwe spel
ling op de openbare scholen voor als nog te moeten weren. Veranderin
gen van belang deden zich niet voor, noch ten goede, noch ten kimde.
Op de goede scholen werd elk vak goed, op de slechte elk vak slecht
onderwezen.
Sven als ten varigen jare telde deze gemeente gedurende l8óó
vier openbare scholenj het getal der bijzondere scholen is even als
in I865 vijftien. Hierbij mlt echter op te merken: dat eens school
tot het geven van gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs aan meis
jes heeft opgehouden te bestaan, en door eene andere is vervangen,
en dat eene gelijksoortige school voor meisjes, die in den aanvang
van 1866 zich nog in het bezit van vier leerlingen mogt verheugen,er
bij hat einde van dit jaar geene enkele meer telde.
De openbare scholen zijn:
2 voor gewoon lager onderwijs
2 meer uitgebreid lager onderwijs.
De bijzondere scholen:
3 niet gesubsidieerde, voor gewoon lager onderwijs
1^ meer uitgebreid lage- onderwijs,
T9 ""scholen te zamen.
Het onderwijzend personeel bestind uit:
hoofdonderwijzers, openbare 3
bijzondere 0 9
hulpon&erwijzers openbare 9
bijzondere. Ik. 23
kweekelingen (raann)openbare 13
41 rt bijzondere 6 19
Hoofdonderwijzeressen, bijzondere 8
hulponderwijzeressen 10
ICweekelingen (vrouw) 6
te zamen 75.
Het getal eigenlijk gezegde huisonderwijzers was twee, uitslui
tend voor de wiskunde, dat der huisotidexwijzeressen drie, van welke
twee aan bijzondere scholen verbonden zijn. Het gedrag der onder; ij
zers over het algemeen was onberispelijk.
Gedurende het jaar 1866. zijn door burgemeester en wethouders
aan twaalf personen uitgereikt de bewijzen, bedoold bij art.57 lett,
G der wet, te weten: aan één hoofdonderwij»r j acht hulponaerwi$ers
en drie hulponderwijzeres sen
De gezamelijke scholen werden op het laatst van December bezocht
door het navolgend aantal leerlingen»