11 Volgens bet Koninklijk besluit van den 12 September 1867 (staatsblad no 96) beeft de geneente Breda opgehpuöen in een der vier klassen van vestigen gerangschikt te zijn. Deze gewigti&epi maatregel, die, naar het zich laat verwachten, door eene ontmanteling der vesting en het slechten der werken zal gevolgd worden, gaf aanleiding tot de vraag, of de raad niet moest trachten te bewerken, dat de verlaten militairs gronden aan de gemeente werden I afgestaan. Men achtte echter den tijd niet gekontenlom met eenig uit- zigt op goed gevolg zich met een voorstel tot de regering te wenden, en oordeelde het beter nadere berigten omtrent de plannen der rege ring af te wachten. Het adres van den heer H. J.van de üoorbergh verzoekende eene tegemoet koming. in de kosten van het herstellen der hardsteenen banden en staanders aan den kelderingang op de stoep zijner woning, ten bedrage van f.27.22. De adressant beweerde, dat hem schade was toegebragt bij den aanleg der trottoirs, en de daarmede in verband staande verandering aan den 1 gevel van zijn hulsdat dit werk voor rekening der gemeente onder nomen, nietg>ed was verrigt, ten gevolge, dat hij zePLf de gebreken J had moetan herstellen. Het verzoek werd afgewezen, vooreerst omdat het niet was uitgemaakt dat hier schuld aan den aannemer van stadswerk was te wijten, en ten andere, omdat de adressant door eigennagtig/handelen, inplaats van het bestuur in gebreke te stellen, alle verhaal had verbeurd. Adres van ingezetenen, bewoners van de Halstraat verzoekende,dat met het werk van het aanleggen van riolen en trottoirs, zou worden voort gegaan. uit aanmerking, dat de ondernomen bouw van de Eoogere Burgerschool en ander© groote werken in het loopende jaar nog moesten voltoid wor den en dat die werken aanzienlijks sommen zouden kosten, heeft de raad op voordragt van burgemeester en we/thou&ers besloten, dat de plannen tot het voortgezette aanleggen van trottoirs eh riolen tot het volgend jaar zouden aangehouden worden. Op den eersten Mei werd, na plegtige overdragt aan de plaatselijke schoolcommissie in tegenwoordigheid van den gemeenteraad gedaan, de nieuw gebouwde tusschenschool op de Oude ¥est betrokkenalwaar aan stonds meer dan IpOO kinderen aan het onderwijs deelnamen. Updenzelfden dag had tevens de splitsing van de armenschool plaats, en gingen de arraeM meisjes met den hoofdonderwijzer Genet en twee hulponderwijzeressen naar het door de tusschenschool ontruimde ge bouw in de Cingelstraat over, terwijl de hoofdonderwijzer van Gemept van de localen in de Bindstraat met de arme jongens bezit nam. In het begin van September werd de Hooger§ Burgerschool aan welker hoofd DrHulsmami geplaatst is, geopend.Aan de lessen werd van den aanvang door 24 leerlingen deelgenomen. De school is voorloopig geves tigd in het gebouw der voormalige Latljnsehe school tot het tijdstip, waarop het nieuw gestichte gebouw op het Kasteelplein zal kunnen be trokken worden, hetwelk vermoedelijk in September 1368 het geval zal wezen. OP een adres door den heer F.J.Stevens, wijnhandelaar hier ter stede, ingediend, werd door den raad eene beschikking genomen, waarbij aan dien neer restitutie werd verleend van betaalde plaatselijke belas ting voor wijn, welke niet voor den le Mei 1866 uitgeslagen was, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1867 | | pagina 11