19 Evenwel heeft de scheepvaart nu en dan door de aftappingen, waarbij t het bestuur van het waterschap slechts op zijne belangen en weinig 1 op die van anderen, schijnt acht te geven, te lijden. Het trek- of jaagpad langs de rivier tot Slikgat wordt goed onderhout den. De gaten en zonken, die daarin waren ontstaan, werden aange vuld. De exploitatie is verpacht voor f.115.-'3 jaars. Met het uitdiepen en schoonhouden der haven en grachten werd gere geld voortgegaan. Daaraan is in 1368 uitgegeven f7 De kaaimuren verkeeren in vrij goeden staat. De kaaimuur aan den 1 Hieuwenweg werd voor een ,edeelte vernieuwd.voor een gedeelte her steld. De beschoeijingen, die ten laste van. de gemeente zijn, worden onder houden. Op die aan particulieren toebehoorende wordt gestadig toege» zien. Met het overwelven en dempen der Moss/iskreek is in 1868 voortgegaan. De demping van de geheele kreek tot den lieuwenweg is thans vol tooid. Werken niet aan de gemeente toebehoorende. Hiertoe behooren de twee bestaande begraafplaatsen, de eene het eiger. i dom van de R.Catholijke- en de andere van de Protestantsche gezind te, naast alkander gelegen in het gehucht Zuljlen onder Prinsenhage. De Israeiiten maken gebruik van het Israëlitisch kerkhof onder Oosto* - hout. De eerstgemelde dient tevens tot algemeene begraafplaats. In 1868 werden op de RCbegraafplaats 306*, op de protestantsche 69 lijken ter aarde besteld; terwijl 3 lijken van Israelites uit deze gemeente naar Oosterhout zijn vervoerd. Hoofdstuk VI. Medische en gemeente Politie. Medische politie. Het is ons aangenaam te kunnen vermelden, dat de gezondheidstoestand in het algemeen zich gunstig heeft doen kennen. De hevige koude met ïj sneeuw vergezeld, welke in de eerste helft van Januarij heerschte, ge volgd i& de laatste helft door eene schielijke rijzing der tempera tuur en een regen- en stormachtig weder; de plotselinge afwisseling- gen van thermometer en barometer stand, die la de vo gende maanden op gemerkt werden; het intreden van een vroegen heeften en langdurigen zomer; de droogte met gebrek aan goed drinkwater dreigende en de on middellijke overgang van de warmte, tot een koud en regenachtig najaar deden vreezen, dat de gezondheid der inwoners veel zoude te lijden hebben. Deze vrees is wel wat voorbarig geweest. Hoewel geene gevaar, lijke epideiaien zich hebben geopenbaard, is het echter gebleken, dat de verschillende toestanden der weersgesteldheid niet zonder invloed op het ontstaan van ziekten geweest zijn, en dat zij ook aan de reeds bestaande ziektegevallen een min of raeer eigenaardig karakter hebben. Hiikd e sporadische gevallen van mazelen en varloloiden in het voor- jaar alsmede vele theumatische en eatharrhale aandoeningen, tijdens het storm- en regenachtig weder, deden zich voor. *eter waren er bij verscheiden kinderen eenige gevallen van rubiolae waar oe nemen, welke echter met geene gevaarlijke verschijnselen ges paard S

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1868 | | pagina 19